Zinsontleden pv-ow-gez-lv-mv

• Middelbare school

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Columbus ontdekte Amerika.

Wat is het onderwerp in deze zin?
Columbus ontdekte Amerika

Wat is het gezegde in deze zin?
Columbus ontdekte Amerika.

Wat is het l.v. in deze zin?
Het meisje maakte een tekening voor haar moeder.

Wat is het o.w. in deze zin?
Het meisje maakte een tekening voor haar moeder.

Wat is het m.v. in deze zin?
Het meisje maakte een tekening voor haar moeder.

Wat is het gezegde in deze zin?
Het meisje maakte een tekening voor haar moeder.

Wat is het onderwerp in deze zin?
Ik heb mijn broer gisteren een harde schop gegeven.

Wat is de p.v. in deze zin?
Ik heb mijn broer gisteren een harde schop gegeven.

Wat is het gezegde in deze zin?
Ik heb mijn broer gisteren een harde schop gegeven.

Wat is het l.v. in deze zin?
Ik heb mijn broer gisteren een harde schop gegeven.

Wat is het m.v. in deze zin?
Ik heb mijn broer gisteren een harde schop gegeven.

Wat is het onderwerp in deze zin?
In de lente heeft mijn vader een tuinhuis voor mijn moeder gebouwd.

Wat is de p.v. in deze zin?
In de lente heeft mijn vader een tuinhuis voor mijn moeder gebouwd.

Wat is het gezegde in deze zin?
In de lente heeft mijn vader een tuinhuis voor mijn moeder gebouwd.

Wat is het l.v. in deze zin?
In de lente heeft mijn vader een tuinhuis voor mijn moeder gebouwd.

Wat is het m.v. in deze zin?
In de lente heeft mijn vader een tuinhuis voor mijn moeder gebouwd.