Herhaal les voor SO

Herhaal les voor SO
Herhaling van de lesstof + oefeningen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaal les voor SO
Herhaling van de lesstof + oefeningen

Slide 1 - Slide

5.1 Beweging vastleggen
Leerdoelen
1. uitleggen op welke manier je een beweging vast kunt leggen
2. Je kunt uitleggen hoe je een stroboscopische foto maakt.
3. Je kan een afstand-tijdtabel maken van een beweging van een voorwerp
4. je kan afstand-tijd diagram tekenen
5. je kan een afstand-tijd diagram aflezen

Slide 2 - Slide

Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Open sluiter en belichten met een aantal lichtflitsen
C
De sluiter kort open en de hele tijd belichten
D
Een foto genomen in de discotheek

Slide 3 - Quiz

Dit is een stroboscopische foto
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Dit is een stroboscopische foto
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort lamp wordt er gebruikt bij het maken van een stroboscopische foto?
A
led lamp
B
gloei lamp
C
disco lamp
D
flits lamp

Slide 6 - Quiz

Stroboscopische foto
Tabel van stroboscopische foto
t (s)
s (m)
0
0
0,1
0,2
0,2
0,9
0,3
2
0,4
3,4
0,5
5,5

Slide 7 - Slide

Floris is een afstand tijd diagram aan het maken. Wat komt er te staan op de x-as (onderste)
A
tijd
B
afstand

Slide 8 - Quiz

Wat moet floris nog met de ingetekende punten doen?
A
Hij moet de ingetekende punten verbinden met rechte lijnen
B
Hij moet een lijn tekenen die zo goed mogelijk aansluit bij de ingetekende punten
C
Hij moet langs de ingetekende punten een rechte en een kromme lijn tekenen

Slide 9 - Quiz

Regels van een diagram
1. teken met potlood en liniaal/geodriehoek
2. rechte lijnen
3. x-as en y-as zijn benoemd met grootheid en eenheid
4. punten zijn duidelijk
4. punten zijn verbonden met een vloeiende lijn

Slide 10 - Slide

Gebruik de volgende gegevens om een afstand-tijd diagram te maken. Maak een foto en lever die in

Slide 11 - Open question

Hoe vaak heeft de stroboscooplamp geflitst bij de volgende foto?

Slide 12 - Open question

De stroboscoop is ingesteld op 0.15 s tussen twee flitsen. Hoe lang duurde de totale beweging?

Slide 13 - Open question

Tijd kan je bereken 
1. tussentijds flits * aantal momentopnames
2. tussentijds flits *(tussen stukjes-1)

Slide 14 - Slide

Wanneer is de bal het snelst
A
Aan het begin (bij A)
B
Aan het einde (bij G)
C
in het midden (bij E)

Slide 15 - Quiz

is het snelst wanneer wanneer er veel afstand zit tussen twee moment opnames

meer afstand afgelegd en is dan dus verder weg

Slide 16 - Slide

5.2 Gemiddelde snelheid
Leerdoelen
1. gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen
2. kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h
3. je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. 

Slide 17 - Slide

Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
De gemiddelde snelheid is:
A
de afstand gedeeld door de tijd
B
de afstand maal de tijd
C
de tijd gedeeld door de afstand
D
de tijd plus de afstand

Slide 18 - Quiz

Gemiddelde snelheid
                                                           Afstand
Gemiddelde snelheid =              ___________
                                                           Tijd

Slide 19 - Slide

Wat is de eenheid van de gemiddelde snelheid (wat zet je achter het cijfertje
A
m/s
B
km/h
C
s/m
D
t/a

Slide 20 - Quiz

Koppel grootheden met de juiste eenheid
Gemiddelde snelheid
Afstand
Tijd

M/S
M
S

Slide 21 - Drag question

De thalys is een snelle trein vanuit nederland naar parijs. De trein rijdt ongeveer 3 uur over 495 km. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h

Slide 22 - Open question

Jan fiets naar school. hij vertrekt om 07:30 en komt om 08:05 aan. De afstand naar school is ongeveer 3 km. wat is Jan's gemiddelde snelheid in m/s?

Slide 23 - Open question

Afstand
Gem. s         X          tijd

Slide 24 - Slide

M/S
Km/H
:3,6
X3,6

Slide 25 - Slide

Usain bolt is de snelste man ter wereld. Zijn record is 37,4 km/h. Wanneer Usain 30 min rent, hoeveel meter heeft hij dan afgelegd?

Slide 26 - Open question

Tina doet mee aan een sprintwedstrijd. Haar gemiddelde snelheid is 10 km/u. De afstand die zij moet afleggen is 100 meter. Hoe lang doet zij er over in seconden

Slide 27 - Open question