ethische theorie: Plichtsethiek

ethische theorieën
Gevolgenethiek: een handeling is goed als de gevolgen goed zijn. 
Waar letten de volgende gevolgenethische theorieën op?

* Uitilsme van Bentham: een handeling moet dan zoveel mogelijk nut hebben. Zoveel mogelijk  genot (geluk,) en zo min mogelijk lijden.

* Utilisme van Peter Singer: Het goede is zo min mogelijk mensen en dieren laten lijden. 




1 / 17
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

ethische theorieën
Gevolgenethiek: een handeling is goed als de gevolgen goed zijn. 
Waar letten de volgende gevolgenethische theorieën op?

* Uitilsme van Bentham: een handeling moet dan zoveel mogelijk nut hebben. Zoveel mogelijk  genot (geluk,) en zo min mogelijk lijden.

* Utilisme van Peter Singer: Het goede is zo min mogelijk mensen en dieren laten lijden. 




Slide 1 - Slide

lesdoel:
Jij kunt de verschillende ethische theorieën uitleggen en onderscheiden.
Je kunt ze ook toepassen op ethische kwesties en evalueren.

Slide 2 - Slide

https://www.dierenbescherming.nl/werkzaamheden/dierenbeleid-beinvloeden/dossiers/slacht
- Ga naar de website en lees hoe dieren worden geslacht in Nederland.
- Bedenk een reactie vanuit het utilisme van Bentham en een reactie van Singer op deze behandeling van dieren.

Slide 3 - Open question

Plichtsethiek

Slide 4 - Mind map

Plichtsethiek: dat wat we als juist beschouwen wordt bepaald door .. van de handeling
A
het doel
B
het gevolg
C
de wens
D
het karakter

Slide 5 - Quiz

Je hebt de plicht om juist te handelen, maar niet omdat iemand van buitenaf jou dit oplegt. Waarom dan wel?

Slide 6 - Open question

Iemand in de klas wordt gepest...

Je merkt dat er constant vervelende opmerkingen worden gemaakt. 
Dat de persoon die beledigd en buitengesloten wordt, niks terug doet. 

Slide 7 - Slide

Jij bent een buitenstaander. Wat doe je?
A
Als het pesten te ver gaat, zeg ik er iets van.
B
Ik vraag of ik de persoon die gepest wordt kan helpen.
C
Ik doe niks, want ik pest niet en doe dus niks fout.
D
Ik pak de daders terug na school

Slide 8 - Quiz

Waarom is C. een ander antwoord dan de rest volgens de plichtethiek
?
C = 'Ik doe niks, want ik pest niet en doe dus niks fout.'

Slide 9 - Open question

Er is een verschil tussen directe en indirecte verantwoordelijkheid. Wie zijn er in de pest-situatie direct verantwoordelijk?

Slide 10 - Open question

Volgende situatie: jouw aanzien in de klas stijgt als je opkomt voor degene die gepest wordt.

Waarom is dit alsnog niet juist volgens de plichtethiek?
A
het gevolg is positief maar daar gaat het niet om.
B
in beginsel draait het om rechtvaardigheid en daar is geen sprake van
C
stijgen van je aanzien is geen goede intentie
D
je komt voor degene op maar die kan nu niet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen

Slide 11 - Quiz

Plichtethiek (deontologie)
* actief het juiste doen
* goede wil / intentie
* autonomie 
* de ander is niet alleen middel, maar doel in zichzelf


Slide 12 - Slide

Plichtethiek van Immanuel Kant
* beginselethische theorie
* categorische imperatief
* universalisme
* goede doen, vanwege goede wil

Slide 13 - Slide

Beschrijf wat jij zou doen als iemand in de klas gepest wordt.
Neem de categorische imperatief in gedachten:
kun je willen dat jouw handeling in die situatie een algemene altijd geldende wet wordt?

Slide 14 - Open question

Welk cijfer geef je jezelf?
Doelen: Jij kunt de ethische theorie van de plichtethiek (deontologie) uitleggen.
Jij kunt specifiek de plichtethiek van Kant uitleggen met de begrippen:
autonomie - goede wil - intentie - categorische imperatief.
0100

Slide 15 - Poll

Maak opdracht 17 en 18
Lever ze in voor de volgende les in Learn. 

Slide 16 - Slide

Waar moeten we de volgende les nog mee oefenen ter voorbereiding op het SE?
A
Een echte SE vraag beantwoorden en analyseren
B
een begrippentoets maken en nakijken
C
een ethische kwestie analyseren
D
meer uitleg over deugdenethiek

Slide 17 - Quiz