th3 Test jezelf B1


1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


Slide 1 - Slide

Reeën en edelherten
De circa 180 reeën die in het Nationaal Park de Hoge Veluwe leven, hebben in 1995 gezelschap gekregen van een groot aantal edelherten. De beheerders van het park hebben toen de afrastering verwijderd die de edelherten in het centrale deel van het park hield. De edelherten zijn de voedselrijke loof- en naaldbossen ingetrokken waar de reeën vertoeven. Doordat de edelherten de struiklaag opeten, raken vooral de reebokken gestrest doordat het bos ondoorzichtiger is geworden. Zij hebben een territorium en leven het liefst in de dekking. Als ze hun territorium continu moeten verdedigen tegen edelherten, raken ze overspannen

Slide 2 - Slide

noem 2 biotische factoren uit de tekst die invloed hebben op de reeën

Slide 3 - Open question

Noem een abiotische factor die volgens de tekst in het verleden invloed had op de edelherten

Slide 4 - Open question

Schimmels
Een hondendrol bevat voedselresten. Deze resten zijn weer voedsel voor bacteriën en schimmels. Ze verbruiken de nog bruikbare stoffen in de drollen. Dat verbruik gaat in een vochtige zomer sneller dan in een droge zomer of in de winter. Sporen zijn cellen die zorgen voor de voortplanting van de schimmels. sommige sporen ontwikkelen zich pas tot complete schimmels als ze in het vertreingskaneel van een dier zijn geweest. In het verteringskanaal wordt het begin van de ontwikkeling gestimuleerd door veel zuur en door een hoge temperatuur. Uiteindelijk worden de sporen complete schimmels in een verse drol

Slide 5 - Slide

Noem 2 abiotische factoren die volgens de tekst van invloed zijn op de ontwikkeling van de schimmels uit de sporen

Slide 6 - Open question

Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 7 - Quiz

Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 8 - Quiz

Een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 9 - Quiz

Een koe in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 10 - Quiz

Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 11 - Quiz

Alle organismen in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 12 - Quiz