This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Door een bus stroomt water met een snelheid van 2 m/s. De viscositeit van water is bij deze temperatuur 0.001 Pa.s. De dichtheid van water is 0,997 kg/l. De diameter van de buis is 10 cm. Bereken het getal van Reynolds.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Wat zien we in het vorige filmpje?
De laminaire stroming is een gladde rustige straal, het water gaat in een gladde stroom naar beneden.
Wanneer de kraan verder opengaat zien we een wilder patroon, het water heeft niet meer die gladde stroom maar beweegt zich dus turbulenter (wilder).
Inde volgende sheets laten we je zien hoe dat er schematisch uitziet.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Waarom bewegen de deeltjes in het midden zich sneller dan aan de wand?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Als je het vorige filmpje hebt gezien, waar denk je dan aan? Een turbulente stroming of laminair?
Slide 16 - Open question
Wat vul je in de formule van Reynolds in, de snelheid of het volumedebiet?
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Door een waterleiding stroomt het water met een snelheid van 1,5 m/s. De soortelijke massa bedraagt 998 kg/m3. De viscositeit is 0,001 Pa·s. De diameter van de waterleiding is 12 mm.
Slide 19 - Open question
Re=0,001998⋅1,5⋅0,012
v= 1,5 m/s
dichtheid = 998 kg/m3
d= 12 mm = 0,012 m
Viscositeit = 0,001 Pa.s
De eenheden kloppen allemaal dus kun je Reynolds invullen.