Steden en dorpen blok 1

1 / 38
next
Slide 1: Video
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Boek 5: Steden en dorpen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bij welk tijdvak hoort het symbool van de vorige afbeelding?
A
Monniken en ridders
B
Steden en Staten
C
Jagers en Verzamelaars
D
Uitvindingen

Slide 4 - Quiz

 Steden
Sommige steden zijn al ontstaan in de Romeinse tijd.

De meeste steden in Europa ontstonden na het jaar 1000.

De bevolking groeide. Mensen moesten gevoed worden

Slide 5 - Slide

Maken
Opdracht 1 en 2
Gebruik voor 2 Google!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Lezen
Steden ontstaan 
K/KM: BLZ 12

Midden in de stad
Basis: BLZ 10

Slide 9 - Slide

Werk!
  • In de stad waren mensen geen boer; zij gingen zich specialiseren.
  • De nieuwe beroepen noemen wij ambachten.
  • Ambacht is iemand die iets met de handen maakt 
  • Voorbeelden van ambachten zijn: bakkers, schoenmakers en zilversmeden.

Slide 10 - Slide

Het ontstaan van steden
Na het jaar 1000 kwam de handel weer op gang 
  • Drieslagstelsel KGT> Hogere opbrengsten > deze werden verhandeld > ontstaan markten> mensen bleven op deze plek 'wonen' 
  • Door meer opbrengsten in de landbouw  hoefde niet iedereen meer in de landbouw te werken, dus niet iedereen hoefde meer boer te zijn. 
  • Er kwam weer handel en ontstonden ambachten.
 Basis:Waar ontstonden steden?  Op plaatsen waar veel mensen handelden: 
  • Op kruispunten van wegen en rivieren (bereikbaarheid)
  • Bij een klooster of kasteel (veiligheid)
  • Aan de zee (havens) 

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 3-4-5

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De opbouw van een stad
  • De binnenstad: oudste deel van de stad = Oude gebouwen, smalle straten. Vaak met grachten, stadsmuur, kerken, marktplein
  • Het stadscentrum: veel winkels, kantoren, restaurants en een station. Hier is veel te doen en te bleven. 
Veel mensen bedoelen het stadscentrum als ze zeggen dat ze naar de stad gaan.  

 

Slide 14 - Slide

De opbouw van de stad
 DE OUDE BINNENSTAD

  • Het historisch deel dat vroeger binnen de stadsmuren lag.
  • Het stadscentrum ligt vaak voor een deel in de oude binnenstad


Slide 15 - Slide

Welke restant ( overblijfsel) zie je hier?

Slide 16 - Slide

Standen
bij de Monniken en Ridders
Burgers kwamen als nieuwe stand er bij.

Slide 17 - Slide

Maken
Basis: Opdrachten 6-7-8-9
KM/PM: 6-7-8-9-10

Slide 18 - Slide

Lezen: behoefte aan geld


KM/PM: BLZ 17
Basis: BLZ 14

Slide 19 - Slide

Middeleeuwse markten
  • Veel verschillende producten  (veel aanbod)
  •  Veel mensen wilden de producten kopen (vraag)
  • Als de vraag en aanbod toenemen groeit de handel.

Slide 20 - Slide

Feitje: Er was in de vroege Middeleeuwen geen geld.
Hoe konden mensen elkaar betalen?

Slide 21 - Slide

Ruilhandel (handel zonder geld)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Maken!




Basis: 12-13-14
KM/PM: 11-12-13

Slide 24 - Slide

verhuizen : economische reden


er is meer werk in de stad omdat robots en machines landbouw taken overnemen. Er zijn in de stad meer banen dan in een dorp.

Slide 25 - Slide

verhuizen
studeren in de stad 
 bijvoorbeeld in Amsterdam de HVA

Slide 26 - Slide

verhuizen
Vrije tijd

steeds meer mensen in de stad die wat leuks willen doen.

denk aan: theaters, bioscopen, museums, cafés, kledingwinkels, sport mogelijkheden etc

 

Slide 27 - Slide

iedereen in de stad
over 30 jaar leeft 70 procent van de wereld bevolking in de stad
de bevolkingsdichtheid wordt hoog. Er wonen gemiddeld veel inwoners op een vierkante kilometer. 

Kgt: 
Omdat meer mensen in of vlak bij een stad willen wonen, worden de steden groter. Een stad en de omliggende dorpen groeien tegen elkaar aan. Zij vormen dan een agglomeratie.

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video

KGT: Agglomeratie
Als je Amsterdam vanuit de lucht bekijkt, lopen Zaanstad, Amsterdam, Diemen, Duivendrecht en Amstelveen in elkaar over. Dat aaneengesloten stadsgebied noemen we de agglomeratie.

Slide 30 - Slide

Agglomeratie
= Een stad en omliggende dorpen groeien tegen elkaar aan.
Vraag volgende dia:
Kan je nog meer agglomeraties vinden?

Slide 31 - Slide

Lezen
Verhuizen naar de stad 
Basis: BLZ 16
KM/PM: BLZ 19

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

De drie beroepssectoren
1. De primaire sector: dingen worden uit de grond gehaald
 landbouw, tuinbouw, visserij en mijnbouw, winnen van delftstoffen (aardolie, gas, goud)
2. De secundaire sector: Ze maken iets met die dingen die uit de grond zijn gehaald. 
beroepen waarbij producten worden gemaakt van de grondstoffen. Bijvoorbeeld in een fabriek. Ook mensen die werken met elektriciteit, drinkwater, bouwbedrijven, slagers en meubelmakers
3. De tertaire sector: dienstverlening. Dan doe je wat voor iemand. Iets verkopen of een dienst verlenen. Dit zijn de meeste beroepen in Nederland. Dokters, advocaten, mensen op kantoor, klusjesmannen, buschauffeur etc.

Slide 34 - Slide

Lezen
Verschillende sectoren KGT blz 22

Slide 35 - Slide

Commercieel = winst maken
Niet-Commercieel = Wat het kost en wat het oplevert (winst) even groot

Slide 36 - Slide

Maken
Opdracht 16-17-18

Slide 37 - Slide


De pest in Europa
  • In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
  • Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa
  • De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351
  • Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
  • de pest heet ook wel de zwarte dood
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.

Slide 38 - Slide