Blok 1 Verhuizen naar de stad

1 / 46
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Thema 5 Steden en dorpen
Blok 1 Verhuizen naar de stad

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Les 2
Aan het einde van de les kun je:
  • vertellen hoe en waar veel Europese steden zijn ontstaan.
  • uitleggen wat het verschil is tussen het stadscentrum en de binnenstad.
  • de verschillen tussen een Middeleeuwse en moderne munt noemen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke verschillen tussen een stad en dorp ken jij?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Van de Romeinse tijd... 
naar de middeleeuwen!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tijdbalk
Middeleeuwen 
Tijd van monniken en ridders (500- 1000 n.Chr.)
Tijd van steden en staten (100- 1500 n.Chr.)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Steden ontstaan
  • Meeste steden in Europa na 1000 ontstaan.
  • Meer mensen --> drieslagstelsel
  • Voedsel over-->verkoop
  • Niet iedereen meer boer: specialisatie in bijvoorbeeld ambachten of handelaars
  • Handelaars en ambachtslieden gaan bij elkaar wonen --> steden
  • Oudste deel is binnenstad.
  • Stadscentrum drukbezocht.

Slide 15 - Slide

In de volgende dia een filmpje met uitleg over het drieslagstelsel. Belangrijk om uit te leggen is dat de boeren teveel produceerden, waardoor niet iedereen meer boer hoefde te zijn. Mensen konden ambachten uit gaan oefenen (iets maken met hun handen en gereedschap). Ze hoefden niet meer bij een boerderij te wonen en bouwden huizen bij elkaar. Hier gingen ze hun producten ruilen: zo ontstond de markt en de stad. 

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Door het drieslagstelsel ontstond er
handel en nieuwe beroepen.

Waar of niet waar?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk beroep is geen ambacht?
A
Schoenmaker
B
Boer
C
Timmerman
D
Smid

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions



Wat is het verschil tussen de binnenstad en het stadcentrum?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

We lezen samen !



Behoefte aan geld (Blz. 17)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions



Geldwisselaars waren de eerste bankiers. Waarom?
A
Zij wisselden vreemde munten en leenden geld.
B
Zij dreven handel met andere landen.
C
Zij regelen hoeveel er door een klant betaald moet worden.
D
Zij leenden geld uit tegen rente.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


Aan het werk!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bij deze les:
leerwerkboek blz. 10 t/m 26

Maken: vraag , 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Les 2
Aan het einde van de les kun je:
  • vertellen hoe en waar veel Europese steden zijn ontstaan.
  • uitleggen wat het verschil is tussen het stadscentrum en de binnenstad.
  • de verschillen tussen een Middeleeuwse en moderne munt noemen.
  • uitleggen wat vraag en aanbod is.
  • redenen noemen waarom mensen naar de stad verhuizen.
  • vertellen in welke sectoren mensen werken.
  • vertellen wat er in het gebied rond de stad gebeurt.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stad
Inwoners: 895.810
(Amsterdam)
Dorp
Inwoners: 19.197 
(Oirschot)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Van de middeleeuwen...
naar de moderne tijd!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


"In een stad valt veel meer te beleven!"
A
Eens
B
Oneens

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Stad
Winkels
Studenten
Dorp
Winkels
Basis/middelbaar

Slide 29 - Slide

This item has no instructions


"Ik ga later in de stad wonen!"
A
Eens
B
Oneens

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

We lezen samen !



Verschillende sectoren          
                      Bladzijde 18 en 19 in leerwerkboek 5

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verhuizen naar de stad
Over dertig jaar zal ongeveer 70% van de wereldbevolking in steden leven. 

De bevolkingsdichtheid (gemiddeld aantal inwoners per vierkante meter) in een stad is hoog.


Steden worden steeds groter, hierdoor groeien steden en 
dorpen dichter naar elkaar! 
Dit noemen we agglomeratie.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions


Wat betekent bevolkingsdichtheid?
A
Het totaal aantal inwoners in dat op een plek woont
B
Het gemiddeld aantal inwoners dat op een plek woont
C
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer
D
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante meter

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een agglomeratie?
A
Stad waar meestal de regering van een land gevestigd is
B
Stad waaraan de omliggende dorpen vastgegroeid zijn
C
Een stad die veel groter en belangrijker is dan de tweede stad van het land
D
Een gebied waarin de omringende plaatsen met de stad verbonden zijn

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Primaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die voedsel en grondstoffen uit de natuur halen.

(Landbouw, visserij, delfstofwinning).
Secundaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die van de grondstoffen producten maken. 

(fabrieken, bouw bedrijven, meubelmakers)
Tertiaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die diensten verlenen. 


(Dokter, docent, winkelmedewerkers).

Slide 40 - Slide

This item has no instructions


Zeynep werkt in een koekjesfabriek,
bij welke sector hoort dit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions


Harm is een boer,
bij welke sector hoort hij?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Commerciële diensten
  • Sommige diensten zijn commercieel:
dat betekent dat een bedrijf winst wil maken,
bijvoorbeeld (kledingwinkels, restaurants, telecombedrijven).

  • Ook zijn er niet-commerciële diensten,
kosten en opbrengsten zijn dan even groot.
Denk bijvoorbeeld aan ziekenhuizen,
scholen, goede doelen of de overheid.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Rond de stad
Aan de rand van de stad vestigen zich bedrijven die
veel ruimte nodig hebben of overlast veroorzaken
(energiecentralen, waterzuivering).
Ook ligt er vaak een landelijk gebied of platteland,
waar we kunnen recreëren
(dag strand, boswandeling, kamperen).

Slide 44 - Slide

This item has no instructions


Aan het werk!

Je maakt de rest van de opdrachten bij blok 1 van Steden en dorpen

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

  Huiswerk bij dit blok
M: Steden en dorpen 
blok 1  Verhuizen naar de stad
leerwerkboek blz. 6 t/m 23
m. online opdr. M:  1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 
                                        22, 23, 24, 25


Slide 46 - Slide

This item has no instructions