This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Op korte termijn zal een stijging van de geaggregeerde vraag leiden tot een (tijdelijke) stijging van het nationaal product (BBP / Y) en niet leiden tot een stijging van de prijzen. Dit komt omdat prijzen op korte termijn vast (rigide) worden verondersteld.
Op lange termijn zullen de prijzen wel kunnen stijgen, en zal het BBP terugkeren naar de natuurlijke productieomvang.
Stel, er is sprake van een monetaire expansie (....................
..............................................). Dan gebeurt er het volgende:
1) ................................of ............................................... stijgt.
2) Op korte termijn: prijzen zijn rigide, dus de korte termijn geaggregeerde aanbodcurve (KTGA) loopt horizontaal. Dus ......... neemt toe.
3) Op lange termijn: prijzen stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.
Stel, er is sprake van een monetaire expansie (stijging maatschappelijke geldhoeveelheid). Dan gebeurt er het volgende:
1) Geaggregeerde of effectieve vraag stijgt.
2) Op korte termijn: prijzen zijn rigide, dus de korte termijn geaggregeerde aanbodcurve (KTGA) loopt horizontaal. Dus Y neemt toe.
3) Op lange termijn: prijzen stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.
Uiteindelijk is het effect van een monetaire expansie dus alleen dat de prijzen stijgen.
Deze natuurlijke productieomvang kan in de loop der tijd wel stijgen, door technologische voortuitgang. Zo kan op zeer lange termijn, het BBP dus wel toenemen.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.