NaSk 2BK: paragraaf 3.2 Warmte en milieu

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Paragraaf 3.2

Warmte en milieu

Lesdoelen

1. Je kunt uitleggen wat een warmtebron doet
2. Je kunt enkele brandstoffen noemen
3. Je kunt uitleggen wat nodig is voor een verbranding
4. Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is

Wat weet je al van warmte en milieu?

Warmtebron

• Een warmtebron maakt warmte
  
  
• De meeste warmtebronnen halen warmte uit brandstoffen
  
  
• Warmte ontstaat bij verbranding of bij omzetting van energie

Welke brandstoffen ken je?

Brandstof

• In brandstoffen zit chemische energie
  
• Als je een brandstof verbrandt, dan komt die energie vrij en ontstaat er warmte
  
  
• Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit dode planten en dieren

Wat is nodig voor verbranding?

Branddriehoek

Voor verbranding heb je nodig:

1. brandbare stof
2. zuurstof
3. ontbrandingtemperatuur

Verbranding

Verbranding met voldoende zuurstof:
blauw vlam, waterdamp en koolstofdioxide, niet giftig

Verbranding met onvoldoende zuurstof:
gele vlam, roet en koolstofmonoxide, giftig

blauwe vlam is veel heter dan gele vlam

Broeikaseffect

Door het broeikaseffect koelt de aarde niet meer af

Het versterkt broeikaseffect ontstaat als we meer verbranden en dan komt meer CO2 in de lucht

Samenvatting van het broeikaseffect