Welke opdrachten moet je maken.
In je werkboek:
1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 17 (het 3e onderdeel van de opdracht mag je overslaan), 18, 20 (je maakt de opdracht
in je werkboek, je hoeft geen presentatie te maken), 21, 22, 23, 27, 29, 30, 33, 35, 36, 37, 38 (je hoeft geen
presentatie te houden), 39, 40, 41, 42, 44.
Als er bij een opdracht staat dat je deze in tweetallen of gezamenlijk moet
doen, dan mag je deze alleen doen.
Filmpjes bij een opdracht vind je in je digitale leeromgeving.
In een Word-document en opsturen naar je docent:
19.
Welke opdrachten mag je overslaan.
6, 7, 12, 13, 16, 24, 25, 26, 28, 31, 32, 34, 43, 45.