taalquiz isk5

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe was de vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat was leuk in jouw vakantie?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Wat was minder leuk in de vakantie?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

De scholen gaan weer deels open. Wat vind je daarvan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Waarom gaf je dit antwoord?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Hoe veilig vind je het dat de school open gaat
010

Slide 7 - Poll

timer
1:00
Wat moet school aan veiligheid doen?*

Slide 8 - Mind map

Beter Spellen
 1F

Slide 9 - Slide

Welke acteur ........ destijds zijn gouden horloge uit een taxi?

timer
0:30
A
gooite
B
gooidde
C
gooiden
D
gooide

Slide 10 - Quiz

De ........ heeft de ramen weer schoongemaakt.


timer
0:30
A
glazenwasser
B
glazewasser
C
glaaswasser
D
glazen wasser

Slide 11 - Quiz

Mark wil later bijzonder ........ gaan doen.
timer
0:30
A
werk
B
werrek
C
werruk

Slide 12 - Quiz

Deze scanner ........ de echtheid van het papiergeld.

timer
0:30
A
controleerdt
B
controleert
C
controleerd

Slide 13 - Quiz

Ik heb een rode jas ........ .

timer
0:30
A
gekoopt
B
gekoopd
C
gekocht
D
gekochd

Slide 14 - Quiz

Ik ben dol op zoete ........ .

timer
0:30
A
dingen
B
dinggen

Slide 15 - Quiz

De overval is gepleegd met een ........ .


timer
0:30
A
luchddrukpistool
B
lugdrukpistool
C
luchdrukpistool
D
luchtdrukpistool

Slide 16 - Quiz

De politie kwam op het tumult af en ........ drie verdachten.

timer
0:30
A
arresteerdden
B
arresteerde
C
arresteerden
D
arresteerdde

Slide 17 - Quiz

De ........ sprong grappig in het rond.

timer
0:30
A
klown
B
clouwn
C
clown
D
cloun

Slide 18 - Quiz

De oude man ........ achterover in zijn stoel.

timer
0:30
A
leundt
B
leund
C
leunt

Slide 19 - Quiz

Op het ........ gebeuren soms lelijke ongelukken.




timer
0:30
A
voetbalveld
B
voebalveld
C
voetbalveldt
D
voetbalvelt

Slide 20 - Quiz

De kinderen hebben allemaal ........ veel zin in het kamp.





timer
0:30
A
hardstikke
B
hardstikken
C
hartstikke
D
hartstikken

Slide 21 - Quiz

Dat geluid ........ ons.


timer
0:30
A
hinderdt
B
hinderd
C
hindert

Slide 22 - Quiz

De leugenaar ........ dat hij niets gedaan had.
timer
0:30
A
beweerdde
B
beweerde

Slide 23 - Quiz

Spelling en grammatica zijn verschillende ........ .





timer
0:30
A
begriipen
B
begripen
C
begrippen
D
begriippen

Slide 24 - Quiz

Ik wil graag een glas ........ water.
timer
0:30
A
ijskoud
B
ijskoude
C
ijs koude
D
ijs koud

Slide 25 - Quiz

Deel 2 
2F

Slide 26 - Slide

Wij zijn verhuisd van een ........ naar een driekamerflat.
timer
0:30
A
eensgezinswoning
B
eengezinswoning
C
éénsgezinswoning
D
ééngezinswoning

Slide 27 - Quiz

Deze auto heeft een ........ .

timer
0:30
A
katalisator
B
catalysator
C
katalysator
D
catalisator

Slide 28 - Quiz

De vlucht naar Parijs is ........ .


timer
0:30
A
gecanceld
B
gecanceled
C
gecancelled

Slide 29 - Quiz

De kleuters maakten leuke bloemen van ........ .
timer
0:30
A
crèpe papier
B
crépepapier
C
creppapier
D
crêpepapier

Slide 30 - Quiz

In april en mei worden ........ geoogst.


timer
0:30
A
asperges
B
asperge's

Slide 31 - Quiz

Bijna iedereen heeft ........ in huis.


timer
0:30
A
paracitamol
B
paracetomol
C
paracetamol
D
parecetamol

Slide 32 - Quiz

........ je de sleutel kwijt zijn, dan kun je altijd bij mij aanbellen.
timer
0:30
A
Moogt
B
Mogt
C
Mag
D
Mocht

Slide 33 - Quiz

In de vorige eeuw ........ de Apollo-astronauten altijd in de zee.

timer
0:30
A
lande
B
landde
C
landden
D
landen

Slide 34 - Quiz

Op deze school wordt Frans, Duits en Spaans ........ .

timer
0:20
A
gedoceerd
B
gedoceert
C
gedoseerd
D
gedoseert

Slide 35 - Quiz

Het woord 'gedoceerd' is voltooid deelwoord van 'doceren' (les geven). 


Omdat de r geen medeklinker in                                           't kofschip/softketchup is, eindigt het voltooid deelwoord op een d.

Slide 36 - Slide

Je kunt hier geen kant op: ........ naar links, ........ naar rechts


timer
0:30
A
nog - nog
B
noch - nog
C
nog - noch
D
noch - noch

Slide 37 - Quiz


Een vegetarier eet noch vis, noch vlees

noch ... noch 
niet ... en ook niet

noch ... noch 
niet ... en ook niet



Een vegetarier eet noch vlees, noch vis

Slide 38 - Slide

De dronken man werd ........ tegen de barman.

timer
0:20
A
aggresief
B
agressief
C
aggressief

Slide 39 - Quiz

Een lange brug ........ Denemarken met Zweden.

timer
0:30
A
verbindt
B
verbind

Slide 40 - Quiz

De doos is aan de ........ goed dichtgeplakt.


timer
0:30
A
onder en -bovenkant
B
onder-en-bovenkant
C
onder- en bovenkant
D
onder en bovenkant

Slide 41 - Quiz

Ik ........ liever een fiets dan een paard.


timer
0:30
A
bereidt
B
berijdt
C
berijd
D
bereid

Slide 42 - Quiz

Er is een nieuw ........ ontwikkeld om corona te bestrijden.
timer
0:30
A
faxin
B
vaccin
C
vacin
D
faccin

Slide 43 - Quiz

De scheidsrechter gaf ons gelijk, ........ we niet vaak meemaken.
timer
0:30
A
wie
B
die
C
dat
D
wat

Slide 44 - Quiz

Ik vind deze vragen
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Ik ben het beste in:
spelling
werkwoorden
spelling en werkwoorden
in allebei niet

Slide 46 - Poll

Deze vragen helpen mij bij het leren van Nederlands
Tekst
05

Slide 47 - Poll