JDW les herhalingsweek basis 2 periode 3

lesson 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesson 1

Slide 1 - Slide

drag and drop: Conjunstions
Match the linking words (conjunctions) with their definitions.

Slide 2 - Slide

but
because
and
geven aan dat er hierna een reden dat iets gebeurt (oorzaak) 
informatie toevoegen
 je geeft een tegenstelling aan

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen
Adjectives : I can use adjectives (bijvoeglijke naamwoorden) in a sentence correctly 

I can use Plurals (meervoud) correctly + much/many

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Instructie 
Work independently (zelfstandig werken).
Make exercise 1 from the worksheet.

You have 7 minutes!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Work independently.
Make exercise 3 from the worksheet.

You have 6 minutes!

Slide 10 - Slide

nabespreking

Slide 11 - Slide

nabespreking

Slide 12 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 13 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 14 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 15 - Open question

lesson 2&3

Slide 16 - Slide

resultaat van het SO
GRAMMATICA - ?
WOORDJES - JULLIE HEBBEN DE WOORDJES NIET GELEERD!

Slide 17 - Slide

many

Slide 18 - Mind map

much

Slide 19 - Mind map

Leerdoelen
I can form and use the present simple and present continuous

I can form the past simple and the past continuous


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 20 - Slide

Instructie 
Meervoud.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Instructie 
Tenses.
Answer the questions on the next 
slides.

Slide 23 - Slide

Which sentence is in Present simple?
A
I walk 5 hours every day.
B
I am walking right now.
C
I have seen you before.
D
I saw my best friend yesterday.

Slide 24 - Quiz

Which sentence is in Present continuous?
A
I was sick.
B
She has visited me.
C
They watch TV every morning.
D
I am talking right now.

Slide 25 - Quiz

Which sentence is in past simple?
A
She is talking at the moment.
B
My brother played tennis when he was young.
C
I was talking with my friend.

Slide 26 - Quiz

Which sentence is in past continuous?
A
I was talking with my friend.
B
She went to Spain.
C
I have been here before.

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
Work independently.
Make exercise 1 and 2 from the worksheet.

You have 10 min.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

AAN DE SLAG
Numo / Slim stampen / quizlet!

Slide 31 - Slide