4.2 Bestuursvormen in het oude Griekenland

Bestuursvormen in het oude Griekenland
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bestuursvormen in het oude Griekenland

Slide 1 - Slide

Griekenland bestond uit allemaal zelfstandige stadstaten. Wat was een andere naam voor zo'n stadstaat?
A
Athene
B
stadstaat
C
polis
D
Olympisch

Slide 2 - Quiz

Bestuur van de stadstaten
De stadstaten waren onafhankelijk van elkaar. Ze mochten dus ook zelf bepalen wat voor soort regering ze hadden. Hierdoor hadden de verschillende stadstaten verschillende bestuursvormen. 
We gaan deze les de bestuursvormen onderzoeken. 

Slide 3 - Slide

Bestuursvormen
Je wordt ingedeeld in een groepje van 3 of 4.
Jullie krijgen een A3 met de naam van een bestuursvorm.
In de komende 10 minuten maken jullie een tekening die deze bestuursvorm uitbeeld - let op: je mag geen woorden gebruiken.
Je kan je informatie halen uit 4.2.2 van tijd voor geschiedenis.

Slide 4 - Slide

check:
Als iemand als enige de macht heeft net zoals zijn vader (heeft de macht van zijn vader gekregen) dan is het een:
A
monarchie
B
aristocratie
C
democratie
D
tirannie

Slide 5 - Quiz

Als de macht met geweld is gekregen en maar 1 persoon heeft de macht, dan is het een:
A
monarchie
B
aristocratie
C
democratie
D
tirannie

Slide 6 - Quiz

Als de volk inspraak heeft in de beslissingen van de regering, dan is het een:
A
monarchie
B
aristocratie
C
democratie
D
tirannie

Slide 7 - Quiz

Als maar een kleine groep van rijke families de macht hebben, dan is het een:
A
monarchie
B
aristocratie
C
democratie
D
tirannie

Slide 8 - Quiz

Athene
Athene had een democratie:
Maar alleen vrije mannen die geboren 
waren in de stadstaat mochten stemmen.
Dit deden ze in een volksvergadering waar ze moesten juichten voor sprekers. 
Om te voorkomen dat iemand teveel macht kreeg kon iemand weggestemd worden uit de stadstaat. Dit heette ostracisme. 

Slide 9 - Slide

Tijd voor geschiedenis
Kijk eerst je antwoorden van 4.1 na. 
Maak de vragen 1-10 bij paragraaf 4.2 van tijd voor geschiedenis. 
Lever de vragen in. 

Slide 10 - Slide