H3.4 massaverhoudingen overmaat les 7-b

Nask-2 ( Chemie)
H3.4 :  
Massaverhouding / overmaat
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nask-2 ( Chemie)
H3.4 :  
Massaverhouding / overmaat

Slide 1 - Slide

Welkom

  • terugblik vorige les , behandelen opgave 
  • uitleg H3.4  (herhaling) overmaat
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Slide

terugblik vorige les

leren par 3.4 (blz 164 t/m167)
maken opgave waterstofchloride/ammoniak



Slide 3 - Slide

massaverhouding reacties
door proefjes erachter gekomen dat (voor een ideale reactie):
reactie schema: 
waterstofchloride(g)  +  ammoniak(g)  -->  salmiak(s)
 
ideaal reageren 73 delen waterstofchloride met 34 delen ammoniak
massaverhouding
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
     73                               :          34                      :           ?


 

Slide 4 - Slide

opgave Salmiak
ideaal reageren 73 delen waterstofchloride met 34 delen ammoniak
massaverhouding
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
     73                               :          34                      :           ?

Iemand doet 20 kg waterstofchloride en 10 kg ammoniak bij elkaar. Welke stof is er in overmaat (teveel) en hoeveel is de overmaat?
extra: hoeveel salmiak ontstaat er maximaal?

Slide 5 - Slide

Iemand doet 20 kg waterstofchloride en 10 kg ammoniak bij elkaar.
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
     73                      :                     34                  : ?




? = 9,3 kg, er is dus 9,3 kg Ammoniak nodig om ideaal te reageren met 20 kg waterstofchloride.
Totaal was er 10 kg:   10 - 9,3 = 0.7 kg ammoniak is er in overmaat (teveel)
waterstofchloride
73
20 kg
ammonia
34
?

Slide 6 - Slide

extra: hoeveel salmiak ontstaat er maximaal?
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)
     73                               :          34                      :           107
    20 kg                                  9,3 kg                                       ?



? = 29, 3 kg
controle:    (wet v behoud v massa)   20  +  9,3  ->  29,3
waterstofchloride
73
20 kg
salmiak
107
?

Slide 7 - Slide

lesdoel
  • het belang van massaverhoudingen bij reacties weten
  • weten wat met overmaat wordt bedoelt

Slide 8 - Slide

rekenen met massaverhouding 
  • bij een reactie reageren stoffen in een vaste massa verhouding

  • wanneer er van één van de beginstoffen meer aanwezig is dan nodig voor de massaverhouding is die stof in overmaat aanwezig

Slide 9 - Slide

rekenen met massaverhouding 
waterstofchloride(g) + ammoniak(g) --> salmiak(s)

Opgave:
Je maakt salmiak met 32 g waterstofchloride en 13 g ammoniak

a. laat zien met een berekening welke stof in overmaat aanwezig is.
b. bereken hoeveel gram salmiak gemaakt kan worden
waterstofchloride  :  ammoniak  
                  2,1            :         1,0    

Slide 10 - Slide


rekenen met massaverhouding 

Slide 11 - Slide

rekenen met massaverhouding 
Opgave:
Je laat 14,0 g ijzer reageren met 12,0 g zwavel. Er ontstaat 22, 0 g ijzersulfide.  

a. geef het reactieschema
b. bereken welke stof in overmaat aanwezig is 

     ijzer  :  zwavel  
     7     :        4    

Slide 12 - Slide

rekenen met massaverhouding 
Opgave:
Je laat 14,0 g ijzer reageren met 12,0 g zwavel. Er ontstaat 22, 0 g ijzersulfide.  

a. geef het reactieschema
ijzer + zwavel --> ijzersulfide
b. bereken welke stof in overmaat aanwezig is 

     ijzer  :  zwavel  
     7     :        4    

Slide 13 - Slide

lesdoel gehaald?
  • het belang van massaverhoudingen bij reacties weten
  • weten wat met overmaat wordt bedoelt

Slide 14 - Slide

Huiswerk
leren Par 3.4 (blz 167)
maken opdrachten: 77, 79, 82, 83, 85, 88, 90, 93, 95, 97,  ( blz 173)

Slide 15 - Slide