verbanden en signaalwoorden M2

DOELEN

- je kunt signaalwoorden in teksten herkennen

- je kunt verbanden in teksten herkennen









    



1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 46 min

Items in this lesson

DOELEN

- je kunt signaalwoorden in teksten herkennen

- je kunt verbanden in teksten herkennen









    



Slide 1 - Slide

Genoemde zaken worden achter elkaar opgesomd
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 2 - Quiz

Genoemde zaken zijn elkaars tegenovergestelde
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 3 - Quiz

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte, om te beginnen, 1, 2, 3, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 4 - Quiz

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 5 - Quiz

We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.

A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 6 - Quiz

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 7 - Quiz

Welk verband zie je in onderstaande zin?

Hoewel hij goed kon uitleggen, vond ik het een vervelende man.
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband

Slide 8 - Quiz

Bij welk verband horen de signaalwoorden:
bovendien, daarnaast, ten slotte
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 9 - Quiz

Welk onderdeel vind je nog lastig? Waar wil je nog mee oefenen?

Slide 10 - Open question

Wat gaat er al goed?

Slide 11 - Open question