Taalverzorging herhaling

regels werkwoordspelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

regels werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vul de persoonsvormen in
Elke dag (wandelen) Jan naar zijn werk. Hij (vertrekken)  op tijd van huis, omdat hij niet te laat op zijn werk (willen) zijn. Ook vandaag (arriveren) hij op tijd op zijn afdeling. 

Slide 2 - Slide

-> Alle zinnen staan in de tegenwoordige tijd en dat betekent voor de werkwoordsvormen: ik-vorm+t, behalve bij willen. Dat is een onregelmatig werkwoord.
Vul hier de persoonsvormen in. Zet tussen elke persoonsvorm een komma en daarna een spatie.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Antwoorden
Elke dag (wandelen) wandelt Jan naar zijn werk. Hij (vertrekken) vertrekt op tijd van huis, omdat hij niet te laat op zijn werk (willen) wil zijn. Ook vandaag (arriveren) arriveert hij op tijd op zijn afdeling. 

Slide 4 - Slide

-> Alle zinnen staan in de tegenwoordige tijd en dat betekent voor de werkwoordsvormen: ik-vorm+t, behalve bij willen. Dat is een onregelmatig werkwoord.
Maak de opdracht en tel hoeveel keer de persoonsvorm op een T eindigt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe vaak eindigde de persoonsvorm op een T?

Slide 6 - Open question

Geef bij elke zin het juiste antwoord
Welke leestekens mis je in de volgende zinnen?

  1. pieter vroeg aan zijn turkse vriend mehmet heb je zin in een pizza
  2. de 2 jongens wilden bij de etos in zaandam een fles nivea bodylotion voor hun moeder kopen
  3. 150 euro kost een paar sneakers van g-star raw op marktplaats

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden hoofdletters en leestekens
  1.  Pieter vroeg aan zijn Turkse vriend Mehmet: ‘Heb je zin in een pizza?’
  2. De 2 jongens wilden bij de Etos in Zaandam een fles Nivea bodylotion voor hun moeder kopen.
  3. 150 euro kost een paar sneakers van G-Star Raw op Marktplaats.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke leestekens mis je in de volgende zinnen?
  1. in noord-spanje is een museum waar je alle schilderijen van picasso kan zien
  2. mevrouw de bont liep gisteren in de kalverstraat in amsterdam samen met haar vriendin karin uit volendam
  3. om soep te maken heb ik 5 ingrediënten nodig pompoen wortels een ui kokoksmelk en een rode peper

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden hoofdletters en leestekens
  1. In Noord-Spanje is een museum waar je alle schilderijen van Picasso kan zien.
  2. Mevrouw De Bont liep gisteren in de Kalverstraat in Amsterdam samen met haar vriendin Karin uit Volendam.
  3. Om soep te maken heb ik 5 ingrediënten nodig: pompoen, wortels, een ui, kokosmelk en een rode peper.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions