V6- Existentialisme Jean-Paul Sartre

Existentialisme 

Jean-Paul Sartre




Extra aanvulling op Grandes Lignes Chapitre 8


1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Existentialisme 

Jean-Paul Sartre




Extra aanvulling op Grandes Lignes Chapitre 8


Slide 1 - Slide

Ontstaan
Na WWII:
Hoe kunnen we weer vertrouwen vinden in de mens?
Wat is de betekenis van een wereld waarin zoveel ellende heeft kunnen plaatsvinden? 

--> Nieuwe rol voor de mens, ontstaan van het existentialisme

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Jean-Paul Sartre, uitspraak 1
"L'existence précède l'essence"
(De existentie gaat vooraf aan de essentie)

Slide 4 - Slide

Essentie
Plato:
alles, inclusief de mens, heeft een essentie =
een groep kerneigenschappen die noodzakelijk zijn voor het ding om te zijn wat het is

Bijvoorbeeld: 
een fiets(je) kan van hout, staal of aluminium zijn (geen essentie), het kan fietstassen, een kinderzitje of mandje hebben (geen essentie), het kan een mountainbike of een omafiets zien (geen essentie) maar het moet altijd wielen hebben (essentie)

Zonder de essentie is het ding niet meer "wat het is"

Slide 5 - Slide

Existentialisme
Sartre zegt:
Het is juist andersom, existentie (het bestaan) gaat vooraf aan de essentie.
L'existence précède l'essence.

Je wordt geboren (existentie), en daarna pas geef je betekenis aan je leven (essentie).

Er is geen vooropgesteld doel.


Slide 6 - Slide

En nu?
Volgens het existentialisme heeft het leven dus geen vooropgesteld doel. Wat te doen met die betekenisloosheid?

Slide 7 - Slide

Een duizelingwekkende vrijheid
Zonder vooropgezet doel, is de mens teruggeworpen op zichzelf en "gedoemd tot de vrijheid". 

De mens kan zich voor zijn daden niet langer
verschuilen achter instanties of waarden. De ultieme
vrijheid betekent dan ook volledige verantwoordelijk-
heid
voor je daden:
je moet je eigen morele code ontwerpen.

Slide 8 - Slide

Jean-Paul Sartre, uitspraak 2
"L'existentialisme est un humanisme"
(Het existentialisme is een humanisme)

Slide 9 - Slide

Een duizelingwekkende vrijheid
Hieruit volgt: 

L'existentialisme est un humanisme.

De mens staat centraal: het zijn alleen zijn daden die
tellen ("Nos actes seuls nous jugent").
Dus geen religie, geen psychoanalyse, alleen 
je daden bepalen of je goed leeft.

Daarbij: verantwoordelijkheid voor gehele mensheid (humanité)

Slide 10 - Slide

Wat zijn dan de juiste daden?
Je kunt je daden niet afleiden uit een autoriteit (ouders, docenten, geestelijken, regeringsleiders), want dat zijn ook maar mensen zoals jij, en zij moesten er ook zelf achter komen hoe ze goed konden leven.

Wat dan wel volgens Sartre: "authentiek leven".
Hoe doe je dat?

Slide 11 - Slide

Wat is juist?
Voorbeeld van Sartre: 

Een jonge man twijfelt tussen twee "goede daden".

1) Vechten in de oorlog
2) Thuisblijven om voor zijn zieke moeder te zorgen.

Wat is de juiste keuze?

Slide 12 - Slide

Wat is juist?
Er is niet één juist antwoord dat voor iedereen geldt. Niemand, geen enkele externe morele code, kan dit antwoord voor je bepalen.

Sterker nog, er was helemaal geen antwoord, totdat de man zelf een keuze maakte.

Zijn eigen keuze is dan de enige juiste keuze, omdat hij het baseerde op waarden die hijzelf uitkoos (hij maakte zijn beslissing dus op authentieke wijze, eigen morele code). 


Slide 13 - Slide

Wat is juist?


Belangrijkste is: 
als je maar beseft dat je gedoemd bent tot de vrijheid, je dus altijd meerdere opties hebt, en je zelf betekenis kunt geven aan je leven aan de hand van wat jij zelf waardevol vindt.

Als je leven zin heeft, is dat omdat JIJ die aan je leven gegeven hebt.

Slide 14 - Slide

Authenticité vs. mauvaise foi
Je keuzes op een authentieke manier maken is dus de juiste manier om zélf betekenis te geven aan je leven (volgens Sartre).

Het tegenovergestelde van authentiek leven: mauvaise foi

Slide 15 - Slide

Jean-Paul Sartre, uitspraak 3
"Mauvaise foi"
(te kwader trouw / zelfbedrog)

Slide 16 - Slide

Mauvaise foi
  • Mauvaise foi: je ontkent dat je gedoemd bent tot de vrijheid. Je doet daarom alsof je geen eigen keuzes kunt maken, terwijl je dit eigenlijk wel zou kunnen doen. In Sartres werk verschuilen mensen zich achter religie of status.
  • We leven ‘te kwader trouw’ wanneer we onszelf voorhouden dat de dingen precies zo moeten zijn als het volgens ons hoort en als we onze ogen sluiten voor andere mogelijkheden. Het is ‘kwade trouw’ om erop te staan dat we een bepaald soort werk moeten doen, met een bepaalde persoon moeten samenleven of op een bepaalde plek moeten wonen.

Slide 17 - Slide

Beroemdste voorbeeld van mauvaise foi: de ober
Het bekendste voorbeeld van mauvaise foi (te kwader trouw zijn) wordt gegeven door Sartre in zijn boek L'Être et le Néant.

In deze passage bestuderen we een ober in een druk café in Parijs (waarschijnlijk uit Sartre's eigen ervaring in Saint-Germain de Prés).

Slide 18 - Slide

Le garçon de café
De beroemdste omschrijving van ‘kwade trouw’ staat in Het zijn en het niet, waarin Sartre een ober gadeslaat die hij te overdreven zijn rol vindt vervullen, alsof de ober in de eerste plaats een ober is, in plaats van een vrij mens:

Hij beweegt zich vrijmoedig en snel, iets te precies, iets te vlug. Zijn stappen naar de klanten toe zijn iets te kwiek. Hij buigt zich iets te gedienstig voorover; zijn stem, zijn ogen drukken iets te veel aandacht uit voor de bestelling van de klant. [...]

Il a le geste vif et appuyé, un peu trop précis, un peu trop rapide, il vient vers les consommateurs d'un pas un peu trop vif, il s'incline avec un peu trop d'empressement, sa voix, ses yeux expriment un intérêt un peu trop plein de sollicitude pour la commande du client [...].

Slide 19 - Slide

Mauvaise foi
Sartre stelt dat de ober aan ‘kwade trouw’ lijdt. De man heeft zichzelf ervan overtuigd dat hij in essentie ober is, dat hij niets anders kan zijn dan dat, in plaats van een vrij mens die ook een jazzpianist of een visser op de Noordzee zou kunnen zijn. 

Sommige mensen lijken te denken dat ze moeten doen wat ze doen, dat ze geen opties hebben, dat ze niet vrij zijn en dat ze door hun rol bepaald worden. Volgens Sarte komt dit ook voort uit gemakzucht: geen keuzes maken is makkelijker.
Hierdoor ontkennen zij hun onvermijdelijke vrijheid en de daarbij horende oneindige keuzemogelijkheden, en dus leven dus te kwader trouw.

Slide 20 - Slide

Mauvaise foi
Men kan nooit een ober zijn zoals een boom een boom is, of zoals glas glas is. Men is slechts ober in zoverre men zich als ober gedraagt. Men is dus in dit voorbeeld geen ober, maar speelt de rol van een ober. 

Hetzelfde geldt voor andere identificaties zoals nationalisme, geslacht of ras. Het is dan ook steeds mogelijk deze identificatie weer in te trekken en zich er bijvoorbeeld tegen de verzetten. Beweren dat een eigenschap toch intrinsiek aan een mens toekomt (denk aan het essentialisme) is volgens Sartre een vorm van bedrog. Hij spreekt in dit verband ook over mauvaise foi of kwade trouw: het is een leugen ten aanzien van zichzelf zich een essentie toe te eigenen.

Slide 21 - Slide

Gedoemd tot de vrijheid 
Roept in zekere zin dus ook op tot actie!

Zaken als gerechtigheid en gelijkheid bestaan niet uit zichzelf (want het leven heeft geen vooropgezet doel of betekenis), maar kunnen alleen bestaan als genoeg mensen die waarde belangrijk genoeg vinden om het te vertalen naar hun acties in het leven (Nos actes seuls nous jugent).

--> Volgens Sartre is geen keuze maken óók een keuze maken!

Slide 22 - Slide