This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
H2 Water
P3 Veranderen van fase
Slide 1 - Slide
Fase
Slide 2 - Slide
Fase
Gas
Vloeibaar
Vast
Slide 3 - Slide
Faseovergangen
Slide 4 - Slide
/stollen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
/bevriezen
/stollen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Er zijn zes fase-overgangen.
Plaats telkens de juiste beschrijving naast de fase-overgangen.
stollen/bevriezen
smelten
verdampen
condenseren
rijpen
vervluchtigen
gasvormig naargvast
vast naar vloeibaar
vloeibaar naar gasvormig
gasvormig naar vloeibaar
vast naar gastvormig
vloeibaar naar vast
Slide 15 - Drag question
Welke faseovergang zie je in het plaatje? (op de bril)
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je water in de gasvorm?
A
waterstof
B
waterdamp
C
watergas
D
koolwaterstof
Slide 17 - Quiz
Welke fase heeft het water op plaats A?
A
gas
B
vast
C
vloeibaar
Slide 18 - Quiz
Welke fase heeft het kaarsvet op plaats B?
A
B
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 19 - Quiz
In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar
Slide 20 - Quiz
Dichte mist ontstaat als er veel waterdruppels in de lucht hangen. Na een heldere dag ontstaat er plots dichte mist. Wat kun je dan zeggen over de temperatuur?
A
het is kouder geworden
B
de temperatuur is het zelfde gebleven
C
het is warmer geworden
Slide 21 - Quiz
Tijdens een willekeurige winterdag zit er veel waterdamp in de lucht. Vervolgens daalt de temperatuur ’s nachts naar −4 °C. Wat zul je de volgende ochtend op de takken vinden?
A
rijp
B
waterdruppels
C
waterdamp
Slide 22 - Quiz
Nu zelf oefenen!
Opdrachten 1 t/m 10 op blz. 76
(Hoofdstuk 2 paragraaf 3)
Klaar? Proef 1&2 voor volgende week voorbereiden en verwachtingen opschrijven (blz. 87)