7.5 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage

1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt beschrijven uit welke deeltjes moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.
Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.
 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Slide 2 - Slide

1.
2.
3.
4.
Noteer de naam van het zout
Zet de symbolen van de ionen en lading tussen haakjes achter elkaar
Maak de totale + en totale - lading aan elkaar gelijk door achter de symbolen indexgetallen te plaatsen
Versimpel de formule, haal de haakjes en lading weg

Slide 3 - Drag question

 opstellen verhoudingsformule van een zout
(zorg dat je dit goed begrijpt!!!)
  1. noteer de naam vh zout                                                         bv natriumoxide
  2. symbolen ionen tussen haakjes, 1e= positief             dus    (Na+)(O2-)
  3. totale lading nul maken met behulp van indexen                (Na+)2(O2-)  
  4. haakjes wegwerken (indien mogelijk) + toestand                  Na2O(s) 
  5.  bij samengestelde ionen kun je vaak niet alle haakjes wegwerken !
  6.  b.v.  ijzerIInitraat: Fe(NO3)2(s) opgebouwd uit  Fe2+  ionen want ijzerII en  NO3 ionen. Als je de haakjes weglaat heb je 1x Fe, 1xN en 32 O atomen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

(K+)(S 2-)
Noteer de verhoudingsformule van kaliumsulfide

Slide 6 - Open question

(Ca+)(Br-)
Noteer de verhoudingsformule van calciumbromide

Slide 7 - Open question

(Fe 3+)(F-)
Noteer de verhoudingsformule van ijzer(III)fluoride

Slide 8 - Open question



Noteer de verhoudingsformule van calciumnitraat

Slide 9 - Open question

Naamgeving moleculaire stoffen
  • de naam begint met hoeveel atomen van de eerste soort, gevolgd door het aantal atomen van de tweede soort enz. 
  • b.v. difosforpentaoxide (P2O5)
  • moleculaire stoffen bevatten nooit metaalatomen (ionaire binding/zout wel)!


Slide 10 - Slide

SO3
Zwaveltrioxide

Slide 11 - Slide

N2O3
?

Slide 12 - Slide

Molecuulmassa
De molecuulmassa is de massa van alle atomen bij elkaar

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Atoommassa's
H: 1,0 u
H: 1,0 u
O: 16,0 u
---------------+
Molecuulmassa
=  18 u

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

massa van zouten en ionen
Een zout is geen molecuul, een ion is geen atoom

Maar je berekent de massa wel op dezelfde manier

Slide 17 - Slide

Massapercentage

Als je een percentage van iets moet uitrekenen is dit de universele formule.

Slide 18 - Slide

Atoommassa

De massa van atomen wordt gegeven in u. Die haal je uit het periodiek systeem. 

de molecuulmassa = de atoommassa van alle atomen in het molecuul (dus alle atomen samen)

Slide 19 - Slide

Van atoommassa naar molecuulmassa
 
Om de molecuulmassa = de atoommassa van alle atomen in het molecuul

voorbeeld:
De molecuulmassa van 1 water molecuul (H2O) =
1 u + 1 u + 16 u = 18 u 

Slide 20 - Slide

Glucose
De molecuul formule van glucose is C6H12O6.  

Massa C atoom: _______u x 6=______ u  
Massa H atoom: ______u x12=______ u  
Massa O atoom: ______u x 6=______u+
Totaal: _______________u

Slide 21 - Slide

Glucose
Massa C atoom:    72 u  
Massa H atoom:     12 u  
Massa O atoom:   96 u+
Totaal:    180u

Denk eens aan verhoudingen. Welke atomen zullen het kleinste deel van het molecuul inhouden en welke het grootste. 
En hoeveel % ongeveer?

Slide 22 - Slide

Glucose
Massa% C: 72 u/180x100= ______m%   
Massa% H:  12 u/180x100= ______m%  
Massa% O: 96 u/180x100=             m%+
Totaal:               100%




Significantie: Bij vermenigvuldigen of delen heeft het antwoord hetzelfde aantal significante cijfers als de meetwaarde met het kleinste aantal significante cijfers dat je bij de berekening hebt gebruikt. Bij dit voorbeeld dus ronde getallen. 

Slide 23 - Slide

Oefenen met molecuulmassa
Pak je rekenmachine en het periodieksysteem

Kijk daarna het filmpje en maak de opdrachten die in de LU worden aangegeven. 

Slide 24 - Slide

NH3
C6H12O6
CH4CO2
NaCl
60 u
59u
85 u
17 u
20 u
58 u
220 u
186 u
180 u
170 u
15 u
10 u

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Video

Aan de slag
LEES de tekst van 7.5 en MAAK de opdrachten

Slide 27 - Slide