feedback

presentatie taalstoornis

Namen                                           onderdeel                                datum
Pien, britt, aniek, Annika        laaggeletterdheid               26 juni

Anita, Zhaleh, Natasja            taalbarriere                             12 juni

Lyanne, amy, Joelle            Sensorische verwerking        3 juli
 
Kyra, Lieke Ese en dion Afasie van broca en wernicke  19 juni




1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

presentatie taalstoornis

Namen                                           onderdeel                                datum
Pien, britt, aniek, Annika        laaggeletterdheid               26 juni

Anita, Zhaleh, Natasja            taalbarriere                             12 juni

Lyanne, amy, Joelle            Sensorische verwerking        3 juli
 
Kyra, Lieke Ese en dion Afasie van broca en wernicke  19 juni




Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 2 - Quiz

Open vragen geven iemand alle ruimte om uitgebreide antwoorden te geven. Je stelt open vragen als je wilt dat iemand uit zichzelf meer vertelt.
Met open vragen nodig je de zorgvrager uit om een uitgebreid antwoord te geven. De zorgvrager kan niet alleen met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. De meeste mensen ervaren het stellen van open vragen als een blijk van echte interesse.
Je kunt een open vraag eventueel vooraf laten gaan of laten volgen door: ‘Vertel eens?’ Als antwoord op deze vragen kan de zorgvrager zijn verhaal kwijt. Het risico is wel dat je soms erg lange verhalen te horen krijgt.
Doorvragen is...
A
om te reflecteren op een situatie
B
om iemand te sturen in zijn/haar antwoord
C
altijd met ja of nee te beantwoorden.
D
om helder te krijgen wat iemand bedoeld

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is parafraseren?
A
Een conclusie trekken uit wat iemand heeft gezegd
B
In eigen woorden vertellen wat een ander heeft gezegd
C
Iemand een wedervraag stellen
D
Het corrigeren van een uitspraak.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

wat bedoelen we met een suggestieve vraag?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Feedback is een persoonlijke mening uiten over het gedrag van een ander, om het gedrag te stimuleren of juist te ontmoedigen. Het gaat over het gedrag dat iemand laat zien en dus niet over de gehele persoon.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Feedback geven is....
A
Is een boodschap over de persoonlijkheid of prestaties van de ander
B
Is een boodschap over de persoonlijkheid en gedrag van de ander.
C
Is een boodschap over de gedrag of de prestaties van de ander
D
Is een boodschap over de persoonlijkheid

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Regels bij feedback geven
A
Benoem meningen, WIJ- vorm toepassen, geef feedback op de persoon en gedrag, geef feedback achteraf.
B
Benoem feiten., Ik- vorm toepassen, geef feedback op gedrag, feedback geven op het juiste moment.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Bij veroordelen spreek je een negatief oordeel over uit over iemand. Dit werkt erg demotiverend.
Als je generaliseert, maak je een algemeen probleem van iemands specifieke probleem.
Een andere vorm van ineffectief reageren is moraliseren. Je wijst iemand er dan op dat hij zich niet houdt aan bepaalde normen. Je kunt best een aanmoediging geven, maar let erop dat je niet belerend overkomt.
Wanneer je iemand goede raad geeft, vertel je hem hoe hij zijn probleem kan oplossen
Maak iemands probleem niet kleiner dan dat hij het zelf voelt. Dit heet bagatelliseren.
Bij psychologiseren zeg je tegen iemand dat er verborgen motieven achter zijn gedrag zitten.
Bevoogden is een ander woord voor iemand kleineren.
Door vast te houden aan je eigen standpunt houd je mogelijke overeenstemming tussen jou en de ander tegen.
Bij examineren hoor je iemand zo uit dat die persoon zich gedwongen voelt om in te gaan op vragen die hij eigenlijk niet wil beantwoorden.
Soms maak je het iemand onmogelijk om zijn verhaal af te maken doordat je zelf iets vertelt naar aanleiding van het verhaal van de ander. Dit noemen we aftroeven.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is er met name nodig voor een positief effect van feedback?
A
Vertrouwen
B
Geduld
C
Eigenheid
D
Rust

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat kan je het beste doen als feedback onduidelijk voor je is?
A
Het erbij laten
B
Doorvragen aan die persoon
C
Bespreken met iemand anders
D
Ermee aan de slag gaan

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

een compliment gevenIn deze ronde gaan de tweetallen elkaar complimenten geven. Een hulpmiddel is om het compliment te beginnen met:
• Jij bent goed in
• X lijkt jou makkelijk te lukken
• Waar ik van kan genieten is
• Belangrijk: Niet over uiterlijk maar over het gedrag van de ander
Belangrijk: Docent vraag aan een aantal studenten welk complimenten hebben jullie ontvangen? Wat voor gevoel krijg je hiervan/ wat vind je ervan dat je dit compliment kreeg?