Monitor (Monitor Evaluator): Analytisch en objectief, maakt weloverwogen beslissingen. Kan kritisch en terughoudend zijn.
Vormer (Shaper): Dynamisch en gedreven, zorgt ervoor dat de groep vooruitgaat. Kan ongeduldig en confronterend zijn.
Voorzitter (Co-ordinator): Zelfverzekerd en volwassen, delegeert taken en houdt het team gefocust. Kan manipulatief lijken.
Zorgdrager (Completer Finisher): Zorgvuldig en nauwgezet, voltooit taken tot in de details. Kan zich te veel zorgen maken.
Groepswerker (Teamworker): Coöperatief en diplomatiek, helpt het team samen te werken. Kan besluiteloos zijn in kritieke situaties.
Specialist: Heeft diepgaande kennis en expertise in een specifiek gebied. Kan zich te veel focussen op details.
.
Bedrijfsman (Implementer): Praktisch en betrouwbaar, zet ideeën om in uitvoerbare plannen. Kan soms inflexibel zijn.
Brononderzoeker (Resource Investigator): Enthousiast en nieuwsgierig, verkent kansen en ontwikkelt contacten. Kan interesse verliezen na de eerste fase.
Plant: Creatief en innovatief, genereert nieuwe ideeën en oplossingen. Kan soms verstrooid zijn.