A1 - 1.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1

Australië op foto's en kaarten

Leerdoelen:

• Je kunt de vier belangrijke onderdelen van een kaart noemen en ze gebruiken bij het kaartlezen.
  
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een thematische kaart en een overzichtskaart.
  
• Je kunt de bevolkingsdichtheid van een gebied uitrekenen en op een kaart aflezen.
  
• Je kunt de bevolkingsspreiding van Australië (of een ander land) beschrijven en verklaren met behulp van de hoeveelheid neerslag.
  
• Je kent de topografie van Australië.
  
• Je kunt met de schaal van een kaart de werkelijke afstand tussen twee plaatsen berekenen.

Wat is een kaart?

Een Kaart = een verkleinde tekening van een gebied.

Er zijn verschillende soorten kaarten --->

Overzichtskaart

• Overzichtskaart = kaart met steden, rivieren, zeëen, bergen, wegen, spoorlijnen.

• topografie = waar steden/dorpen/rivieren liggen.

Thematische kaart

• Thematische kaart = kaart met één onderwerp (thema).

Bijvoorbeeld:

Bevolkingsspreiding, Bevolkingsdichtheid, neerslag, hoogteverschillen, geboortes, etc.

Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners per km2.

- rond steden veel mensen

- binnenland weinig mensen (woestijn)

Bevolkingsspreiding = de verdeling van mensen over een land/gebied.

Kaartvaardigheden:
4 dingen nodig bij kaartlezen:

1. Titel: welk onderwerp / welk gebied gaat het over?
2. Legenda: betekenis van kleuren of symbolen.
3. Schaal: hoe veel het gebied is verkleind.
4. Noordpijl.

Schaal

Geeft aan hoe veel een kaart is verkleind.

Schaal 1 : 20.000.000 =
1cm op de kaart is in het echt 20.000.000 cm. Dus: 1cm op kaart is 200km (-5 nullen)

Legenda

Het stukje informatie dat bij de kaart hoort.

Het legt uit wat er op de kaart staat.

Noordpijl

Geeft aan waar het Noorden ligt.

We gaan oefenen met de atlas!!

Maken 1.1:

opdracht 1 t/m 3 + 5, 6, 7, 9.