V4B - 06-04-2022 - Les 2

WELCOME
Today is the 7th of April

The Word of the Day is inkling
noun | IN-klin

"a slight knowledge, indication, hint clue"
The local business owner is a philantrhopist known for his largesse.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELCOME
Today is the 7th of April

The Word of the Day is inkling
noun | IN-klin

"a slight knowledge, indication, hint clue"
The local business owner is a philantrhopist known for his largesse.

Slide 1 - Slide

TODAY
After this lesson you will

  • ... have read text 1 (the correct one)
  • ... have continued studying adjectives and adverbs

Slide 2 - Slide

TEXT 1

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

PYRAMUS & THISBE

Slide 5 - Slide

TEXT 2
Excuse me, I've come to claim my free jump jet

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Excuse me ... (paragraph 1)
admen = mensen die reclames bedenken / mensen van demarketingafdeling
dreamed up = bedenken
offering a = aanbieden
jump jet = straaljager
spoof promotion = grappige reclameactie (voor de grap)
executives = leiders
roared with laughter = brulden van het lachen
spokesman = woordvoerder

Slide 8 - Slide

Excuse me ... (paragraph 2 & 3)
first screened = voor het eerst vertoond werd
investors = investeerders
demanded = eisen
supposedly required = zogenaamd vereist waren
claim = opeisen
promptly = meteen, gelijk
announcing = aankondigen
hired = inschakelen

Slide 9 - Slide

Excuse me ... (paragraph 4 & 5)
in question = waar het om ging
modelling = als model staan voor, dragen
available = beschikbaar
emerges = te voorschijn komen
declare = verklaren
beats = beter dan
allowed = toestaan
accumulate = verzamelen, bijeenbrengen

Slide 10 - Slide

Excuse me ... (paragraph 6 & 7)
although = ookal
stated = werd genoemd
redeemable = afkoopbaar, inwisselbaar
insists = staat erop
tongue in cheek = ironisch
disagrees = is het er niet mee eens
entitled = recht op hebben
living up to their end of the bargain = ze houden zich niet aan de afspraak

Slide 11 - Slide

Excuse me ... (paragraph 8, 9 & 10)
dispute = geschil
courtroom = rechtszaal
throw out = verwerpen
talking integrity = we hebben het over integriteit (oprechtheid)
complied = voldoen aan, opvolgen, nakomen
screening = uitzenden
increased to = verhoogd naar
received = ontvangen
pull the advert = de reclame weghalen/niet meer uitzenden

Slide 12 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
bijvoeglijk naamwoord & bijwoord

Slide 13 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over:
  1. zelfstandig naamwoord
  2. of is naamwoordelijk deel van het gezegde na koppelwerkwoord (be, become, appear, get, seem, sound, taste, feel, smell, look)

Slide 14 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES:
  • An awful song.
  • The song was awful. (na koppelwerkwoord 'be')
  • That looked awful. (na koppelwerkwoord 'look')

Slide 15 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADVERB (bijwoord) zegt iets over:
  1. een werkwoord
  2. een bijvoeglijk naamwoord
  3. een bijwoord
  4. een hele zin

Slide 16 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADVERB:
  • He sang terribly. (werkwoord)
  • He was terribly nice to us. (bijvoeglijk naamwoord)
  • The time went incredibly quickly (bijwoord)
  • Fortunately, we were invited for the party. (hele zin)

Slide 17 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES kunnen worden afgeleid van ADVERBS door de uitgang -ly aan het betreffende ADJECTIVE toe te voegen.
  • He wrote a beautiful book (adjective, over zn 'book')
  • He wrote beautifully (adverb, over ww 'write')
  • Her skin is smooth (adjective, na koppelww 'to be')
  • The car drove smoothly (adverb, over ww 'drive')

Slide 18 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
ADJECTIVES kunnen worden afgeleid van ADVERBS door de uitgang -ly aan het betreffende ADJECTIVE toe te voegen.
  • Her complexion looked natural (adj, na koppelww 'look')
  • Naturally it was not to be tried (adverb, hele zin)
  • He is a real bully (adjective, over zn 'bully')
  • He is a really sweet guy (adverb, over 'sweet')

Slide 19 - Slide

ADJECTIVES & ADVERBS
Bijwoorden met 2 vormen (p.21)

Slide 20 - Slide

ASSIGNMENT 1 (P.24)
check

Slide 21 - Slide

11. slowly
12. happy, softly
13. fast, fast
14. beautiful, beautifully
15. extremely, clever
16. extremely, well
17. occasional, occasionally
11. slowly
12. happy, softly
13. fast, fast
14. beautiful, beautifully
15. extremely, clever
16. extremely, well
17. occasional, occasionally
18. badly
19. seriously, strong
20. illegal

Slide 22 - Slide

ASSIGNMENT 2 (P.24)

Slide 23 - Slide