BVVJ 6.3/ 6.4 De ogen

De ogen
KGT 6.3 Ogen en oren
BK 6.4 De ogen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

De ogen
KGT 6.3 Ogen en oren
BK 6.4 De ogen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
Terugblik
Leerdoelen 'de ogen'
Theorie 'de ogen'
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Wat is de taak van de gehoorzenuw?
A
geluidstrillingen opvangen
B
geluidstrillingen doorgeven
C
geluidstrillingen omzetten in impulsen
D
impulsen doorgeven aan de hersenen

Slide 3 - Quiz

Het trommelvlies geeft de trilling door aan de gehoorbeentjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Opbouw oor
Buiten oor: 
oorschelp-gehoorgang-oorsmeerkliertjes

Midden oor:
trommelvlies-gehoorbeentjes-trommelholte

Binnen oor:
slakkenhuis - gehoorzenuw

Slide 5 - Slide

Buis van Eustachius verbindt de
A
gehoorgang met trommelholte
B
trommelholte met keelholte
C
gehoorgang met keelholte

Slide 6 - Quiz

Buis van Eustachius
Verbind  de trommelholte met de keelholte
Bij slikken of gapen gaat deze even open
         - komt lucht vrij

Slide 7 - Slide

6.3 Oren en ogen
KGT  - Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie.
   - Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

BK -Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak
    - Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te zien



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ogen

Slide 10 - Mind map

Buitenkant oog
  1. Wenkbrauw: zorgt dat zweet of ander vocht niet in je oog loopt
  2. Ooglid: verspreidt traanvocht over je oog
  3. Wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en fel licht
  4. Pupil: Opening in de iris, hier gaat licht je oog binnen
  5. Iris: Gekleurde gedeelte van het oog
  6. Harde oogvlies: Witte gedeelte van je oog
  7. Hoornvlies: ligt over de iris en pupil, is doorzichtig

Slide 11 - Slide

Traanklieren: onder de huid boven de ogen
Maken traanvocht: tegen uitdrogen en wegspoelen van stofjes.
Wordt afgevoerd naar de neusholte.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Binnenkant van het oog
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 

Slide 14 - Slide

3 lagen van de wand van een oog
1. Harde oogvlies
aan de voorkant het hoornvlies
2. Vaatvlies; bevat bloedvaten
3. Netvlies; zenuwcellen

Slide 15 - Slide

Oogspieren en glasachtig lichaam
Oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies

Glasachtig lichaam : Je oogbol is gevuld hiermee, een soort gelei

Slide 16 - Slide

 Proefjes

Slide 17 - Slide

Blinde vlek
  1. Leg je linkerhand als een pistool op het papier
  2. Teken boven je duim een sterretje
  3. Teken boven je wijsvinger een rondje
  4. Leg het papier op tafel met het rondje en sterretje naast elkaar
  5. Doe je linkerhand voor je linkeroog
  6. Hang met je rechter oog een paar centimeter boven het rondje
  7. Kijk met je rechteroog naar het rondje op het papier
  8. Blijf vanuit je ooghoek kijken naar het sterretje
  9. Blijft naar het rondje kijken en ga met je hoofd langzaam omhoog
Nodig
Vel papier, potlood

Slide 18 - Slide

gele vlek en blinde vlek
Gele vlek
in het netvlies recht tegenover de pupil, hier komen de meeste lichtstralen, met de zintuigcellen die hier zitten zie je het scherpst

Blinde vlek plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, hier liggen geen zintuigcellen

Slide 19 - Slide

Binnenkant oog
Oogspier: draaien de ogen in de richting waarin je kijkt
Glasachtig lichaam: vulling van het oog, soort gelei
Lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
Harde oogvlies: buitenste laag van het oog
Netvlies: binnenste laat van het oog, hier liggen de zintuigcellen waar de impulsen ontstaan
Vaatvlies: middelste laag van het oog, bevat bloedvaten
Oogzenuw: impulsen gaan via deze zenuw naar de hersenen
Blinde vlek: Plaats in het netvlies waar geen zintuigcellen liggen
Gele vlek: hier liggen de meeste zintuigcellen en kun je het scherpst zien

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Oogje toeknijpen
  1. Zoek een duidelijk punt op de muur
  2. Zet een grote stap van de muur af
  3. Maak een rondje van je duim en wijsvinger
  4. Kijk met beide ogen door het rondje naar het punt op de muur
  5. Doe je linkeroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt
  6. Doe je linkeroog weer open
  7. Doe nu je rechteroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt.
Wat gebeurt er?
Hoe denk je dat dit komt?
Nodig
punt op de muur (plaatje, stip, spijker)

Slide 22 - Slide

Je lens stelt de richting van de lichtstralen bij zodat ze netjes op je netvlies vallen

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Slechtziendheid
  1. Iemand die verziend is kan alleen in de verte goed zien, de lens werkt niet sterk genoeg, het beeld valt achter het netvlies
  2. Hij heeft een bolle (+) lens nodig die de stralen sterker afbuigt
  3. Iemand die bijziend is kan alleen dichtbij scherp zien, de lens werkt te sterk, het beeld valt voor het netvlies
  4. Hij heeft een holle (-) lens nodig, die de stralen van elkaar af buigt
 

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren 
KGT 6.3 Oren en ogen, alles resterende opdrachten
BK 6.4 De ogen

Slide 26 - Slide

6.3 Oren en ogen
KGT  - Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie.
   - Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

BK -Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak
    - Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te zien



Slide 27 - Slide

Iemand die bijziend is, ziet veraf goed/slecht?
A
Goed
B
Slecht

Slide 28 - Quiz

Wat is NIET een van de drie lagen van de buitenkant van het oog?
A
Harde oogvlies
B
Netvlies
C
Gele vlek
D
Vaatvlies

Slide 29 - Quiz

Wat zit niet in je oor?
A
Trommelvlies
B
Gehoorbeentje
C
Slakkenhuis
D
Buis van Statius

Slide 30 - Quiz

Hoe wordt geluid in ons oor een impuls? Welke drie dingen moet het oor dan doen met de prikkel?
A
Opvangen omzetten Geluidsgolven maken
B
Opvangen Geluidsgolven maken Omzetten
C
opvangen versterken omzetten in een impuls
D
Opvangen versteken omzetten in een geluidsgolf

Slide 31 - Quiz

Afsluiten
Huiswerk = de ogen
Volgende keer: Het zenuwstelsel (KGT)/ reageren (BK)

Slide 32 - Slide

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll