Formuleren les 1 - Klas 7

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat is formuleren:

• Een tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordkeus en zinsbouw
• Het herkennen van fouten
• Als je de fouten in formuleringen kent, ga je ze zelf minder maken

In elke zin staat één fout: welk woord is fout en wat moet er volgens jou staan?

1. Het smoesje wat je verzonnen hebt, gelooft de coördinator nooit.

2. In de brugklas van Caja Cazemier is een goed boek en elke brugklasser zou die moeten lezen.

3. Volgens het publiek wat stond te kijken, was de vliegshow super.

4. Op school kreeg Ella een gevulde koek, maar dat vond ze niet lekker.

5. In mijn klas zit een jongetje die elke dag twintig kilometer naar school moet fietsen.

• hoe je het woordgeslacht van een woord kan bepalen
• de verwijswoorden gebruiken die passen bij het woordgeslacht
• de trappen van vergelijking van bijvoeglijke naamwoorden maken

de en het, deze en dit, die en dat

• In het Nederlands is het lastig te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Je kunt het alleen zien aan het lidwoord.
  

1. Woorden met het lidwoord 'het’ zijn altijd onzijdig (o).
2. Woorden met het lidwoord 'de' zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v).

• Als je wilt weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is --> woordenboek 

Waarom is het belangrijk te weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?

Omdat je dat bij verwijzingen wel kunt zien!

• Heb je een boek gekocht? Ja. Het ligt op de tafel.
  
• Onze kip heeft deze week elke dag een ei gelegd. Ze is er maar druk mee.

Mannelijke en Vrouwelijke woorden:

Je gebruikt de, deze en die!

(de beker, deze beker, die beker)

(de loting, deze loting, die loting)

Onzijdige woorden:

Je gebruikt het, dit en dat!

De thee methode

het woorden

het huis

het park

het/dat/dit

 

t

de woorden

de fiets

de keuken

de/deze/die

e

Oefenen:

1. Het pretpark heeft een nieuwe attractie ... erg populair is.

2. Zal Yannick de duidelijke afspraak ... we gemaakt hebben nu wel nakomen?

3. Hij zette een record neer ... niet snel verbeterd zal worden.

4. We waren getuige van een spannend duel, ... helaas onbeslist eindigde.

Trappen van vergelijking

Er zijn drie trappen van vergelijking:

• de stellende trap
• de vergrotende trap, op -er
• de overtreffende trap, op -st

Uitzonderingen:

• woord eindigd op -r:  in vergrotende trap -der 
  helder-helderder
• woord eindigd op -s: in de overtreffende trap alleen een -t
  vers-verst
• woord eindigd op -st: in de overtreffende trap meest ervoor  
  vast-meest vast

Aantekening:

blz. 78 

blz. 119

Klaar?

- of extra oefenblad 

- of extra opdracht

Nakijken

Huiswerk

opdracht

Je gaat samen met een klasgenoot een 'drieluik' maken. Het drieluik bestaat uit drie foto's: De eerste foto is de eerste trap, de stellende trap. De tweede foto is de tweede trap, de vergrotende trap. De derde foto is de derde trap, de overtreffende trap. Stuur het eindproduct naar je docent. Jullie docent let op: De inhoud: Is het duidelijk welke trap van vergelijking jullie hebben gefotografeerd? De vorm: Is jullie drieluik met zorg gemaakt? De originaliteit: Lukt het jullie om een trap van vergelijking in beeld te brengen die niemand anders heeft gekozen?