1. Werk

karlijn.zagers@firda.nl
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

karlijn.zagers@firda.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
  1. Uitleg - werk
  2. Werkvorm: mini debat met stellingen
  3. Opdracht voor in het porfolio
  4. Waar kun je terecht voor financiële hulp?

Slide 2 - Slide

Wat is werk?

Slide 3 - Slide

Wat is werk?

“Werk is iets doen waarvoor je een tegenprestatie ontvangt, zoals geld, of dat het maatschappelijk nuttig is (waardering, voldoening).''


Slide 4 - Slide

Wat voor soorten werk zijn er?

Slide 5 - Mind map

Betaald en onbetaald werk
Betaald:
  1. Werken in loondienst (bv. bij een bedrijf of overheid)
  2. Zelfstandig werk (freelancers, ondernemers, zzp’ers)
  3. Seizoenswerk, deeltijdwerk, oproepwerk
  4. Stage (stagevergoeding)

Onbetaald:
  1. Vrijwilligerswerk
  2. Mantelzorg
  3. Huishoudelijk werk of zorg voor gezin (vaak binnen het huishouden)
  4. Stage (zonder stagevergoeding)

Slide 6 - Slide

Welke soorten contracten/arbeidsovereenkomsten zijn er?
  1. Fulltime (meestal 36–40 uur per week)
  2. Parttime (minder dan fulltime)
  3. Freelance / zzp
  4. Oproepcontract / nulurencontract
  5. Stage / leerwerkplek

Wat voor contract heb jij?

Slide 7 - Slide

De vakbond


Wat doet een vakbond voor je?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Wat doet een vakbond?
  • Een vakbond onderhandelt namens werknemers met een werkgever voor een betere cao.
  • Individuele kant: houdt in dat als je problemen ervaart op het werk, dat je dan (juridisch) bijgestaan wordt.
  • Collectieve kant: dat je in je eentje minder kunt bereiken dan met een grote groep. Het is dus belangrijk om je te verenigen door lid te worden van een vakbond.

Slide 11 - Slide

Moderne actiethema’s zijn:
  • Afschaffen jeugdloon vanaf 18 jaar
  • Betere rechten flexwerkers
  • Betere stages en eerlijke vergoeding
  • Meer banen voor jongeren
  • Goed en betaalbaar onderwijs
  • Geen discriminatie op arbeidsmarkt
  • Een goed pensioen

de drie grootste vakbonden in Nederland

Slide 12 - Slide

CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst

Wat is een CAO en wat staat er in?


Slide 13 - Slide

CAO
Een schriftelijke afspraak tussen werkgevers en werknemers(organisaties) over arbeidsvoorwaarden:

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Mini debat met stellingen 
  • In tweetallen
  • Je hoort van de docent of je voor of tegen bent
  • 3 minuten voorbereidingstijd waarin je je kan inlezen, overleggen en je dingen kunt opzoeken

We luisteren naar elkaar
We laten elkaar uitpraten, 
Ben je aan het woord of wil je reageren? Ga dan staan

Slide 16 - Slide

''Het is oneerlijk dat jongeren onder de 21 vaak minder verdienen voor hetzelfde werk.''


timer
3:00

Slide 17 - Slide

''Zonder vakbonden zouden werknemers veel minder rechten hebben.''


timer
3:00

Slide 18 - Slide

''Een stagevergoeding is niet nodig, omdat je tijdens je stage vooral leert.''


timer
3:00

Slide 19 - Slide

''Vaste contracten zijn overbodig''

timer
3:00

Slide 20 - Slide

Opdrachten voor in het portfolio
1. Bekijk de CAO van de beroepsgroep waar jij voor wordt opgeleid. Noem 5 dingen die in de CAO staan. 
2. Welke vakbond(en) horen er bij jouw beroepsrichting? Dit mag van je bijbaan of toekomstige beroepenveld zijn. 
3. Welke dingen staan er allemaal op een loon/salarisstrook? Bekijk je eigen loonstrook of zoek een voorbeeld op. 
3. Zou jij lid van een vakbond willen worden zodra je een baan hebt? Beargumenteer je antwoord met 2 argumenten. 

Slide 21 - Slide

Waar kun je terecht voor hulp?
Budgetcoaches op school (woensdagochtend van 10:00-12:00 in C.020)
Spreekuur DUO op school (om de week op donderdag 11:00-13:00 in C.018) 

Geldfit.nl (anoniem chatten en gratis bellen)
Geldhulp.nl (hulp bij financiën gemeente Leeuwarden)
Datgeldtvoormij.nl (berekenen waar je recht op hebt)

Linkjes zijn toegevoegd in de volgende dia's 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Doel(en) van de les
De student kan benoemen wat de vakbond voor hem/haar kan betekenen.
De student kan kritisch naar zijn/haar salarisstrook kijken en hierop actie ondernemen.
De student kan benoemen 
De student kan vanuit verschillende perspectieven kijken naar het lid zijn van een vakbond (inidividueel/collectief).
De student weet waar hij/zij terecht kan voor financiële hulp, binnen en buiten school.

Slide 26 - Slide