What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
1B § 5 Werkwoordelijk gezegde
Welkom!
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Dit uur gaan we:
1. Uitleg werkwoordelijk gezegde
2. Oefenen met het werkwoordelijk gezegde
3. Aan het werk met het werkwoordelijk gezegde
Slide 2 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Slide 3 - Slide
Doel
Vandaag ga je leren hoe je het
werkwoordelijk gezegde
in een zin kan vinden.
Eerst krijg je een korte uitleg en daarna kan je aan de slag met een paar oefenzinnen.
Slide 4 - Slide
Voordat we echt gaan beginnen..
Slide 5 - Slide
Wat is een werkwoord?
Slide 6 - Open question
Theorie
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin!
Daar hoort de persoonsvorm dus ook bij!
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 'doet' of 'overkomt'.
Slide 9 - Slide
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp doet of overkomt het werkwoordelijk gezegde.
1. Je zoekt de persoonsvorm, daarna het werkwoordelijk gezegde;
2. Je stelt jezelf de vraag: wie/wat + pv/wg = onderwerp
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
De chauffeur heeft het pakketje afgeleverd.
PV = heeft, WG = heeft afgeleverd
--> wie of wat heeft afgeleverd?
De chauffeur = onderwerp
Slide 11 - Slide
Dan is het nu tijd om te oefenen!
Slide 12 - Slide
Even controleren:
De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Gaat Joris vanavond skaten?
Het werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Joris
C
vanavond
D
gaat skaten
Slide 14 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
heeft
B
heeft gehaald
C
gehaald
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 15 - Quiz
Nog even controleren:
Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd uit meerdere werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Is alles gelukt gisteren?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 17 - Open question
De nieuwe buren hebben zich gisteren aan ons voorgesteld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Open question
Het is buiten erg afgekoeld door de regen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 19 - Open question
Nu een beetje moeilijker!
Slide 20 - Slide
Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 21 - Open question
Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het onderwerp?
Slide 22 - Open question
Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 23 - Open question
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?
A
Door van de zin een vraagzin te maken.
B
Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Ik snap het nog niet.
Slide 24 - Quiz
Aan de slag
Maak alle opdrachten van C5 Grammatica §5 on line
Slide 25 - Slide
Ik begrijp: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk
Slide 26 - Quiz
More lessons like this
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Starttaal vooraf thema 3 hoofdstuk 4.
September 2024
-
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
h3 redekundig ontleden basistoets vooraf
July 2021
-
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!