Herhaling Hoofdstuk 7 (parag. 7.3 en 7.4)

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenplattegrond 2C

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Internationale handel
Vorige les:

Slide 5 - Slide

Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan WEL een reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten zijn duurder
C
Nederlandse consumenten willen een beperkte keuze aan producten
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren

Slide 6 - Quiz

Bij meer import
A
daalt de werkgelegenheid in Nederland
B
stijgt de werkgelegenheid in Nederland.

Slide 7 - Quiz

Noord-Korea heeft een gesloten economie.

Wanneer heeft een land een gesloten economie?
A
Als er in een land in verhouding veel import en veel export is.
B
Als er in een land in verhouding weinig import en weinig export is.

Slide 8 - Quiz

Europese Unie
protectie
vrijhandel
€urozone
Aantal landen van de Europese Unie die de euro als munteenheid hebben
Je mag producten in- en uitvoeren zonder invoerrechten te betalen
Maatregelen om bedrijven in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen
Groep Europese landen die vooral op economisch gebied samenwerken

Slide 9 - Drag question

Leerdoelen deze les:
  • Kenmerken ontwikkelingslanden
  • Welvaart vergelijken
  • Vicieuze cirkel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Kenmerk ontwikkelingsland
Geen kenmerk ontwikkelingsland
Grote werkloosheid
Weinig voedsel/ondervoeding
Goede wegen en havens
Veel gezondheidszorg in de buurt
Minder kans op onderwijs

Slide 12 - Drag question

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 13 - Quiz

Wat is het nationaal inkomen?

Slide 14 - Open question

Land             Nationaal             Aantal              Inkomen
                       Inkomen            Inwoners         per hoofd
Australië      €  1.149 mld              22.751.014
Amerika      € 16.852 mld         321.368.864  
Zimbabwe  € 27,5 mld              13.566.848  
China           € 19.397,7 mld  1.367.000.000
€ 50.503
€ 52.438       
€ 2.027
€ 14.190

Slide 15 - Drag question

Hieronder is een vicieuze cirkel weergegeven. Zet de kenmerken in de juiste volgorde. Een begrip staat al op de juiste plek. 
1. weinig inkomen
2. gezondheidsproblemen
4. ondervoeding
5. te zwak om te kunnen werken

Slide 16 - Drag question

Paragraaf 7.4
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Noodhulp
  • Structurele hulp
  • Fair trade

Slide 17 - Slide

Ontwikkelingssamenwerking
A
Tijdelijke hulp aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden
B
Samenwerking tussen rijke en arme landen met als doel het leven in de arme landen blijvend te verbeteren

Slide 18 - Quiz

Zonder overleg: kies voor iedere vorm van hulp of het gaat om noodhulp of structurele hulp.
Noodhulp
Structurele hulp
Flessen drinkwater worden geleverd
Dokters worden opgeleid
Tenten worden opgezet in een opvangkamp
Voedselpakketten worden gestuurd
Waterleiding wordt aangelegd
Boeren leren hoe ze het beste hun voedsel kunnen verbouwen. 

Slide 19 - Drag question

Wat is fairtrade ?
A
handel waarbij boeren in rijke landen een betere prijs voor hun producten krijgen
B
handel waarbij boeren in ontwikkelingslanden een betere prijs voor hun producten krijgen
C
handel waarbij tussen 2 mensen geld wordt wit gewassen
D
handel in grote steden waarbij een extra BTW wordt gebruikt

Slide 20 - Quiz

Ik ben al goed voorbereid voor de toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag
Keuze Opdracht: 

  • Maak flitskaarten van de begrippen
  • Oefen met de begrippentrainer van je online boek
  • Maak een oefentoets

Tijd: 15 minuten
timer
1:00

Slide 22 - Slide