2.5 Bacteriën, schimmels en planten

2.1 Menselijke en dierlijke cellen
2.3 Celdeling en kanker
Vandaag: 
- Herhalen 2.2
- Doorlopen 2.3
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.1 Menselijke en dierlijke cellen
2.3 Celdeling en kanker
Vandaag: 
- Herhalen 2.2
- Doorlopen 2.3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 2.3 Celdeling en kanker

1. Je beschrijft de bouw van een chromosoom 

2. Je beschrijft de stappen van mitose

3. Je legt uit welke mechanismen verstoord zijn bij ongecontroleerde celdeling

Slide 2 - Slide

Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking

Slide 3 - Quiz

Profase
Metafase
Anafase
Telofase
Interfase

Slide 4 - Drag question

chromosomen spiraliseren en kernmembraan verdwijnt.
Spoelfiguur ontstaat en chromosomen gaan in middenvlak liggen.
Spoeldraden trekken de chromatiden van een chromosoom uit elkaar naar 2 kanten van de cel.
Er komt een nieuw kernmembraan om de chromosomen.
Cel is gedeeld en de kern bestaat uit chromosomen met maar 1 chromatide.

Slide 5 - Drag question

Wat zien we hier?
A
2 zusterchromatiden
B
2 homologe chromosomen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Kanker: cellen delen ongecontroleerd

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Leerdoelen 2.5 Bacteriën, schimmels en planten

1. Je benoemt de verschillen en overeenkomsten tussen bacteriën en schimmelcellen.
2. Je benoemt de functies van de onderdelen van een plantaardige cel. 
3. Je benoemt op celniveau de eigenschappen van planten, dieren, schimmels en bacteriën. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe goed ken je 2.1 en 2.2 al?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 15 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Maandag 12 september: oefenen SO 2.1 t/m 2.3 + 2.5 
En maak opdracht 89 t/m 91 + 97 t/m 99 + 104 + 105 + 107

Dinsdag 13 september: SO 2.1 t/m 2.3 + 2.5

Hoe ga je leren?!

Slide 21 - Slide

Ik vind het vak biologie moeilijk.
eens
gaat wel
oneens

Slide 22 - Poll

Ik lees altijd alle tekst van het boek door.
Ja
nee, maar wel meer dan de helft
ongeveer de helft
nee, minder dan de helft
zeker niet

Slide 23 - Poll

Ik maak (wel eens) een samenvatting / woordenweb / conceptmap.
ja
soms
nee
conceptmap?

Slide 24 - Poll

Ik leer de betekenissen van de dikgedrukte woorden (flitskaarten online / Quizlet)
ja
soms
nee
Quizlet?

Slide 25 - Poll

Ik maak altijd al mijn huiswerk voor biologie.
ja
nee

Slide 26 - Poll

Ik maak ... % van de opdrachten.
0100

Slide 27 - Poll

Hoe leer ik biologie?
samenwerken
altijd test jezelf
hoe leer ik? mindmap? flashcards?
Hulp vragen: vragen stellen
biologiepagina
Luisteren naar de instructie,
let ik op tijdens de les?
nakijkknop
zelf een sv maken
altijd hw maken
eigen sv vergelijken met die v h boek

Slide 28 - Slide

Reproductie (R) = Onthouden 
  • Gericht op herinneren, onthouden van informatie, je hoeft het niet te snappen.
  • Vragen die kunnen worden beantwoord op basis van uit het hoofd geleerde lesstof
  • Werkwoorden: benoemen, beschrijven, aanwijzen, stappen aangeven.

1. Boek doornemen (tekst + afbeeldingen!)
2. Begrippenlijst maken (hoe?)
3. Begrippen leren (hoe?)
4. Uitleg => presentaties + uitlegvideo's (biologielessen, biologiemetjoost, ngbiologie, biojuf)

Slide 29 - Slide

Toepassing 1 (T1) = Begrijpen
  • Gericht op het in eigen woorden weergeven wat de docent (c.q. het boek) heeft gezegd. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in bekende (geoefende) situaties.
  • Werkwoorden: uitleggen, voorbeelden geven, een verklaring geven, berekenen.

1. Vragen stellen  
3. Binastabellen beschrijven
4. Subleerdoelen beantwoorden

Slide 30 - Slide

Toepassing 2 (T2) = Verbanden
  • Gericht op het verbinden van kennisdelen, vraagt meerdere denkstappen en het koppelen van gegevens. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in nieuwe situaties.
  • Werkwoorden: vergelijken, gegevens koppelen, voorspellen, beoordelen, beargumenteren

1. Begrippen ordenen (op welke manieren kan dat?)
2. Hoofdleerdoelen beantwoorden
3. Afbeeldingen beschrijven/uitleggen
4. Een woord weg
5. Examenopgaven maken

Slide 31 - Slide

Inzicht (I)
  • Gericht op het gebruiken van kennis in een nieuwe, onvoorspelbare situatie, waarbij de denkstappen niet gegeven zijn.
  • Vragen waarbij de leerling zelf de context en methode moet construeren om tot een antwoord te komen.
  • Werkwoorden: creëren, ontwerpen, bewijzen, conclusies aangeven, onderzoeken.​

1. Examenopgaven maken (vaak 2 of meer punten)
2. Werkplan maken

Slide 32 - Slide

Ik begin ruim op tijd met leren voor een toets.
ja
nee

Slide 33 - Poll