Ik houd van veel sporten : vooral hardlopen, zwemmen en fietsen.
→ Dubbele punt voor aankondiging, komma’s in de opsomming.
Hij zei : “We gaan morgen naar het museum.”
→ Dubbele punt voor een directe uitspraak.
Ze kwam te laat ; ze had zich verslapen.
→ Puntkomma tussen twee zinnen die sterk met elkaar samenhangen.
We hebben drie dingen nodig : een tent, een slaapzak, en een zaklamp.
→ Dubbele punt om opsomming aan te kondigen, komma’s tussen de onderdelen.
Het regent ; toch gaan we wandelen.
→ Puntkomma omdat het twee zelfstandige zinnen zijn met een duidelijke samenhang.