This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
3. Zet voor en achter het wg zinsdeelstrepen.
4. Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
5. Zet de zinsdeelstrepen op de juiste plek.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.