This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Breathing: Het slachtoffer is bij bewustzijn. Hoe controleer je de ademhaling?
A
Ik luister naar bijgeluiden
B
Ik laat het slachtoffer tot 10 tellen. Daarna ga ik tellen d.m.v. 'kijken-voelen-luisteren'.
C
Ik vraag of het slachtoffer tot 10 kan tellen.
D
Alleen ademhaling tellen d.m.v. 'kijken-voelen-luisteren'.
Slide 3 - Quiz
Bij het nakijken van de filmpjes is vaak gezien dat beide handelingen worden gedaan. Dus tot 10 tellen en KVL.
Eén is voldoende, waarbij tot 10 tellen bij een bewust slachtoffer de voorkeur heeft.
Je hebt een catastrofale bloeding gestopt met een tourniquet. Wanneer verbind je de wond?
A
Nadat ik de bloeding heb gestopt
B
In de eerste <C>
C
Bij de tweede (kleine) C
D
Bij de Exposure
Slide 4 - Quiz
Veelal wordt een wond verbonden nadat deze is gestopt, bijvoorbeeld na het plaatsen van een CAT.
Dit gebeurt pas bij E: blootstelling, om infecties te voorkomen.
Niet catastrofale bloedingen worden hier pas behandeld.
Op dit moment weet je: A: vrij, B: kan tot 10 tellen, C: 80, D: Alert Wat doe je bij E: Hercontrole waardes?
A
Ik controleer opnieuw alles, inclusief tellen van ademhaling en hartslag.
B
Ik tel alleen wat ik nog niet weet: de ademfrequentie.
C
Ik weet alle harde waardes al. Dus dit schrijf ik op.
D
Ik controleer of de aangebrachte middelen nog effectief zijn.
Slide 5 - Quiz
Meerdere studenten controleren bij de hercontrole geen 'harde waardes'. Dus alleen "hartslag is goed" of "kan tot 10 tellen".
Bij hercontrole woorden harde waardes gecontroleerd. Dus daadwerkelijk KVL en hartslagfrequentie.
MIST-AT: Wat is geen juiste melding voor 'Mechanism of injury'?
A
Gevechtscontact met klein kaliber wapen
B
Gevallen uit een wachtpost op het kamp
C
Been gebroken bij de val uit een wachtpost.
D
Contact gehad met andere mensen in tijden van quarantaine.
Slide 6 - Quiz
De melding moet zo compleet mogelijk zijn. Dus bij een schotwond, meld gevechtscontact of schietincident. Als je het weet, inclusief het soort wapen (klein kaliber wapen (kleiner dan .50) of groot kaliber wapen, raket, mortier, etc.)
Een verwonding wordt hier niet vermeld.
MIST-AT: Wat vermeld je bij 'Injuries found or suspected'?
A
Verwonding die je gevonden & verholpen hebt.
B
De locatie van en de wond die je hebt gevonden of denkt dat er is.
C
Bijvoorbeeld "I: Catastrofale bloeding"
D
Bijvoorbeeld "I: Been gebroken"
Slide 7 - Quiz
De verwonding plus de locatie.
Vaak wordt alleen 'gebroken been' of 'cat. bloeding' gemeld.
Vermeld ook linker/rechter boven/onder been/arm.
Bij de C kon je de pols niet voelen. In de nek is de hartfrequentie 140 zwak voelbaar. Wat meld je?
A
C: 140 zwak voelbaar, mogelijk shock
B
C: 140 carotis zwak voelbaar
C
C: 140 radialus zwak voelbaar
D
C: 140 zwak voelbaar
Slide 8 - Quiz
Voor 193A klas:
Radialus = pols
Carotis = nek
Indien de pols voelbaar is, is deze ook voelbaar in de nek. Je meldt dus altijd eerst de pols (radialus) indien voelbaar. Is deze niet voelbaar, meld je de nek (carotis) met sterkte.
Bij de C kon je de pols zwak voelen. In de nek is de hartfrequentie 120 goed voelbaar. Wat meld je?
A
C: 120 carotis goed voelbaar
B
C: 120 carotis zwak voelbaar
C
C: 120 radialus goed voelbaar
D
C: 120 radialus zwak voelbaar
Slide 9 - Quiz
Voor 193A klas:
Radialus = pols
Carotis = nek
Indien de pols voelbaar is, is deze ook voelbaar in de nek. Je meldt dus altijd eerst de pols (radialus) indien voelbaar. Is deze niet voelbaar, meld je de nek (carotis) met sterkte.