De zintuigelijke waarneming

De zintuigelijke waarneming
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De zintuigelijke waarneming

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen 
Je omgeving neem je waar via de zintuigen 
  • Ogen
  • Oren
  • Neus
  • Tong
  • Huid

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zintuigcellen
Functie:
  • waarnemen van de wereld om je heen
  • zintuigelijke informatie vanuit het lichaam op te vangen en door te sturen naar de hersenen 

Slide 3 - Slide

de exteroreceptoren versturen de signalen 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ogen & Oren 
Gezichtsvermogen:
  • fotoreceptoren registeren de licht inval en brengen dit naar de hersenen
  • de elektrische signalen lopen vanaf het netvlies via de oogzenuw naar de hersenen  

Gehoor:
  • geluidsgolven komen het gehoororgaan binnen 
  • de zintuigcellen geven elektrische signalen door aan de hersenen, op het moment dat deze signalen de hersen bereiken neem je bewust de geluiden waar

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Neus & Tong
Je reuk en smaak zijn sterk met elkaar verbonden.
Reukzin:
  • speciale zintuigen waarmee je geuren om je heen waarneemt
  • de zintuigcellen geven elektrische signalen door aan de hersenen, op deze manier registreer je bewust welke geuren je om je heen ruikt. Deze waarneming heeft ook invloed op je smaak

Smaakzintuig:
  • als de smaakpapillen op je tong komen in aanraking met smaakstoffen uit bijv. voedsel
  • de zintuigcellen van de smaakpapillen geven ook een elektrische signalen door aan de hersenen, dan neem je bewust de smaak van eten waar

de zintuigcellen in de tong kunnen vijf verschillende smaken herkennen: 
zoet, zout, zuur, bitter en umami 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Huid
Tastzin:
  • voelt de aanrakingen, tastreceptoren bevinden zich overal op je huid. 
  • de vingertoppen bevatten meer tastreceptoren dan de rug 
  • de tastreceptoren geven de elektrische signalen door aan de hersenen, waardoor je opmerkt hoe het voorwerp aanvoelt datje vast hebt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken zintuigen
  • Prikdrempel: voldoende prikkel om het signaal door te sturen naar de hersenen  
  •  Adequate prikkel: specifieke prikkel die allen bij een desbetreffend zintuig hoort, (bijv: oor reageert alleen op geluidsgolven)
  • Specifieke gevoeligheid: twee verschillende prikkels die dezelfde gewaarwording geven (Druk op het oog en je ziet licht terwijl er geen licht is)
  • Gewenning: bij continuïteit van dezelfde prikkels van buitenaf, de prikkel geeft dan minder informatie door aan de hersenen 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verschillende zintuigcellen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions