Commercieel beleid 2 H2. Product en assortimentsbeleid

1 / 36
next
Slide 1: Slide
Commercieel 2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Assortiment

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Nieuw in het assortiment
Vlees van de slager
Kaasrasp bij de kaaswinkel
Afgeprijsde kerstversiering
Uitloopassortiment
Proefassortiment
Randassortiment
Kernassortiment

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 13 - Quiz


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 14 - Quiz

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 17 - Drag question

Complementaire artikelen en substitutieartikelen zijn een vorm van ...
A
Consumptieverwantschap
B
Koopverwantschap
C
Productieverwantschap

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Individueel 
fabrikantenmerk
Paraplumerk
Winkeliersmerk
Hema, H&M, Gamma
Philips, Sony, Samsung
Unox, Badedas, Knorr

Slide 20 - Drag question

Soorten merken

Fabrikantsmerk =Fabrikant of producent geeft aan zijn artikelen een merknaam.

Paraplumerk = Als alle merken van een fabrikant dezelfde naam hebben.

Individueel fabrikantsmerk = Ieder artikel dat een fabrikant op de markt brengt krijgt een eigen merknaam.

Winkeliersmerk = Merk dat eigendom is van de winkelorganisatie of inkooporganisatie waarmee een retailer samenwerkt (huismerk)



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Zet de fasen van de productlevenscyclus in juiste volgorde.
1: Groeifase
2: Introductiefase
3: Volwassenheidsfase
4: Neergangsfase
A
2-1-3-4
B
1-2-3-4
C
2-1-3-4
D
2-1-4-3

Slide 26 - Quiz

In welke fase van de productlevenscyclus is de afzet het hoogst?
A
Introductiefase
B
Groeifase
C
Volwassenheidsfase
D
Neergangfase

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Bij trading up voeg je nieuwe, goedkopere productvariëteiten toe.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Huiswerk
Maken vragen hoofdstuk 2 
boek Commercieel beleid 2
vraag 39 t/m 46 gaan we bespreken

Slide 36 - Slide