• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Herhaling H6

Herhaling H6
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling H6

Slide 1 - Slide

Snijpunten met de assen
Snijpunt met de x-as:



Snijpunt met de y-as: 

Slide 2 - Slide

Snijpunten met de assen
Snijpunt met de x-as:
Dan y=0, dus x-coördinaat volgt uit: f(x)=0


Snijpunt met de y-as: 

Slide 3 - Slide

Snijpunten met de assen
Snijpunt met de x-as:
Dan y=0, dus x-coördinaat volgt uit: f(x)=0
Dus oplossen: f(x)=0

Snijpunt met de y-as: 

Slide 4 - Slide

Snijpunten met de assen
Snijpunt met de x-as:
Dan y=0, dus x-coördinaat volgt uit: f(x)=0
Dus oplossen: f(x)=0

Snijpunt met de y-as: 
Dan x=0, dus y-coördinaat volgt uit f(0)

Slide 5 - Slide

Snijpunten met de assen
Snijpunt met de x-as:
Dan y=0, dus x-coördinaat volgt uit: f(x)=0
Dus oplossen: f(x)=0

Snijpunt met de y-as: 
Dan x=0, dus y-coördinaat volgt uit f(0)
Dus bereken f(0)

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 





Snijpunten y-as:

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0




Snijpunten y-as:

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0
𝑥2+2𝑥−8=0



Snijpunten y-as:

product-som

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0
𝑥2+2𝑥−8=0
(x+4)(x-2)=0
x=-4 of x=2

Snijpunten y-as:

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0
𝑥2+2𝑥−8=0
(x+4)(x-2)=0
x=-4 of x=2
snijpunten x-as: (-4,0) en (2,0)
Snijpunten y-as:

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0
𝑥2+2𝑥−8=0
(x+4)(x-2)=0
x=-4 of x=2
snijpunten x-as: (-4,0) en (2,0)
Snijpunten y-as:
Berekenen f(0) 

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Gegeven is de functie: 𝑓(𝑥)=𝑥2+2𝑥−8.
Bereken de snijpunten met de assen
snijpunt met de x-as: 
oplossen f(x)=0
𝑥2+2𝑥−8=0
(x+4)(x-2)=0
x=-4 of x=2
snijpunten x-as: (-4,0) en (2,0)
Snijpunten y-as:
Berekenen f(0) 
02+2*0-8=-8, snijpunt: (0,-8)

Slide 13 - Slide

ABC-Formule
Zorg dat je de abc-formule en de formule voor de discriminant uit je hoofd kent!
x=​2a​​−b−√​D​​​​​ofx=​2a​​−b+√​D​​​​​
D=b​2​​−4ac

Slide 14 - Slide

Aantal oplossingen
D>0: twee oplossingen
D=0: één oplossing
D<0: geen oplossing 

Slide 15 - Slide

Ligging t.o.v. de x-as

Slide 16 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(−3)​2​​−4⋅2⋅−1=17
y=2x​2​​−3x−1

Slide 17 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(−3)​2​​−4⋅2⋅−1=17
y=2x​2​​−3x−1

Slide 18 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(−3)​2​​−4⋅2⋅−1=17
y=2x​2​​−3x−1

Slide 19 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(−3)​2​​−4⋅2⋅−1=17
y=2x​2​​−3x−1

Slide 20 - Slide

Geef in een schets de ligging aan van de parabool
                                            ten opzichte van de x-as.

a = 2, b = –3 en c = –1


D= 17 dus D>0 betekent 2 snijpunten. a=2 is een postitief getal  dus een dalparabool
 

D=(−3)​2​​−4⋅2⋅−1=17
y=2x​2​​−3x−1

Slide 21 - Slide

We hebben 3 methoden geleerd om een vergelijking op te lossen


  1.  
  2.  Ontbinden in factoren 
  3.  Met de abc-formule

      We gaan ze alle drie bekijken
x​2​​=c

Slide 22 - Slide

Methode 1

Slide 23 - Slide

Methode 2

Slide 24 - Slide

Methode 3

Slide 25 - Slide

Aanpak:

We gaan samen wat voorbeelden bekijken, doe goed mee zodat je dit straks ook alleen kan.

Slide 26 - Slide

Los op                               , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​−6=0
Ja, ik kan de vergelijking schrijven als 

x​2​​=6

Slide 27 - Slide

VOORBEELD 1

Slide 28 - Slide

Los op                               , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​−6=0
x​2​​=6
√​​​​
√​​​​
x=√​6​​​
x=−√​6​​​
v
x​2​​−6=0
+6      +6
x=2,45
v
x=−2,45

Slide 29 - Slide

VOORBEELD 2

Slide 30 - Slide

Los op                               
x​2​​+6x=7
Nee, ik kan de vergelijking niet schrijven als 

x​2​​=c

Slide 31 - Slide

Los op                               
x​2​​+6x=7
Eerst de vergelijking herleiden naar 0.



x​2​​+6x−7=0

Slide 32 - Slide

Los op                               
x​2​​+6x=7
Eerst de vergelijking herleiden naar 0
Ja, het lukt om te ontbinden 



x​2​​+6x−7=0
(x−1)(x+7)=0
x−1=0
x+7=0
v
x=1
v
x=−7

Slide 33 - Slide

VOORBEELD 3

Slide 34 - Slide

Los op                              
x​2​​+6x=0
Nee, ik kan de vergelijking niet schrijven als 

x​2​​=c

Slide 35 - Slide

Los op                               
x​2​​+6x=0
x​2​​+6x=0

Slide 36 - Slide

Los op                               
x​2​​+6x=0
Ja, het lukt om te ontbinden 



x​2​​+6x=0
x(x+6)=0
x=0
x+6=0
v
x=0
v
x=−6

Slide 37 - Slide

VOORBEELD 4

Slide 38 - Slide

Los op                                    ,  geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
Nee, ik kan de vergelijking niet schrijven als 

x​2​​=c

Slide 39 - Slide

Los op                                   ,  geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
Eerst de vergelijking herleiden naar 0.
x​2​​+6x−25=0

Slide 40 - Slide

Los op                                   , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
Eerst de vergelijking herleiden naar 0.

Ontbinden in factoren lukt niet. Er zijn niet 2 getallen te vinden die als product -25 hebben en als som +6.
x​2​​+6x−25=0

Slide 41 - Slide

Los op                                   , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
a=1   b=6    c=-25
D = 62 - 4 x 1 x -25 = 136   invullen in abc-formule geeft
 
x​2​​+6x−25=0
x=​2⋅1​​−6+√​136​​​​​=2,83
x=​2⋅1​​−6−√​136​​​​​=−8,83

Slide 42 - Slide

Los op                                   , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
a=1   b=6    c=-25
D = 62 - 4 x 1 x -25 = 136   invullen in abc-formule geeft
 
x+6x−25=0
x=​2⋅1​​−6+√​136​​​​​=2,83
x=​2⋅1​​−6−√​136​​​​​=−8,83

Slide 43 - Slide

Los op                                   , geef je antwoord in 2 decimalen
x​2​​+6x=25
a=1   b=6    c=-25
D = 62 - 4 x 1 x -25 = 136   invullen in abc-formule geeft
 
x​2​​+6x−25=0
x=​2⋅1​​−6+√​136​​​​​=2,83
x=​2⋅1​​−6−√​136​​​​​=−8,83

Slide 44 - Slide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen
f(x)<g(x) betekent: 
de grafiek van f ligt onder g

f(x) > g(x) betekent: 
de grafiek van f ligt boven g

Slide 45 - Slide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:

Slide 46 - Slide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:
1. lees af f(x) = g(x)

Slide 47 - Slide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:
1. lees af f(x) = g(x)
2. Geef de oplossing van f(x) = g(x)
op de x-as aan en kleur het gebied
waarvoor geldt f

Slide 48 - Slide

Ongelijkheden uit grafieken aflezen: f(x) > g(x)
Stappenplan:
1. lees af f(x) = g(x)
2. Geef de oplossing van f(x) = g(x)
op de x-as aan en kleur het gebied
waarvoor geldt f
3. Schrijf de oplossing op
noteer het juiste interval

Slide 49 - Slide

§5.5 A: kwadratische ongelijkheden
Gevraagd: los op                           
  • kwadratische ongelijkheid 
  1. Bereken de snijpunten van de grafieken
         Los op: f(x) = g(x)
  2. Teken getallenlijn met interval
  3. Noteer de oplossing van de ongelijkheid

f(x)   >   g(x)

Slide 50 - Slide

Los op

1. Bereken de snijpunten van de grafieken
     Los op: f(x) = g(x)

2. Teken getallenlijn met interval

3. Noteer de oplossing van de ongelijkheid                                   

Slide 51 - Slide

Los op

1. Bereken de snijpunten van de grafieken
     Los op: f(x) = g(x)

2. Teken getallenlijn met interval

3. Noteer de oplossing van de ongelijkheid                                  

Slide 52 - Slide

Los op

1. Bereken de snijpunten van de grafieken
     Los op: f(x) = g(x)

2. Teken getallenlijn met interval

3. Noteer de oplossing van de ongelijkheid                                      geeft 

Slide 53 - Slide

More lessons like this

H6.1AB

January 2021 - Lesson with 28 slides
wisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

3H snijpunten met de X-as

April 2022 - Lesson with 36 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Herhaling snijpunten x en y as en schetsen van een grafiek

May 2021 - Lesson with 34 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

3HTb H 1.5 Lineaire functies

September 2022 - Lesson with 17 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

MPY3- les 7

November 2024 - Lesson with 12 slides
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

3.4 snijpunten met de assen en x-top 3v

February 2025 - Lesson with 37 slides
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

WI-3 Les 6

March 2021 - Lesson with 19 slides
WiskundeMBOStudiejaar 1

3H - H1 Lineaire verbanden (5.1-5.4)

September 2024 - Lesson with 33 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings