Een bijwoord geeft aan hoe iets gebeurt (hoe snel, hoe vaak, hoe mooi, enzovoort). Voorbeelden in het
Engels zijn: never, always, ever, only, also, already.
Deze bijwoorden komen meestal vóór het hoofdwerkwoord:
She has never been here before.
Have you ever seen an elephant up a tree?
I have only heard the song once