H9, start H10

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1

Slide 1 - Slide

-  woorden "supermarkt" herhalen en oefenen
-  afmaken H9  Hoeveel kost het?
                              * advertentie lezen en zelf schrijven
                              * singularis - pluralis
                              * klanken en spelling: de sjwa
- journaal in makkelijke taal
- lied "aan de Amsterdamse grachten"

            donderdag 10 juli toets H6-H10


Maandag

Slide 2 - Slide

- Je kunt een advertentietekst begrijpen
- Je kunt een advertentietekst schrijven
-  Je kunt de pluralis van substantieven zeggen
- Je weet hoe je de sjwa uitspreekt
                   
                       
                        



Lesdoelen

Slide 3 - Slide

vragen over oefeningen in het werkboek H8?

Slide 4 - Slide

Welke nieuwe woorden heb je bij H8 In de supermarkt geleerd?


* Schrijf deze woorden op.

* Cursist A noemt een woord, cursist B maakt een zin met dat woord.

* Daarna noemt cursist B een woord en maakt cursist C  een zin met dat woord.

Woordenestafette H8

Slide 5 - Slide

Opdracht 7

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 9     Hoeveel kost het? oef. 8a

Slide 7 - Slide

Hoofdstuk 9     Hoeveel kost het? oef. 8a

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 9
 opdracht 8a

Slide 9 - Slide

H9 opdracht 9 Singularis - Pluralis
 

Slide 10 - Slide

H9 opdracht 10 een advertentie schrijven
 

Slide 11 - Slide

H9 preposities oefenen
preposities oefenen. Welke prepositie past er 
op het gaatje?

1. Ik sta _______ de kassa.
2. Ik stuur een e-mail _______ jou.
3. Wie is er ________ de beurt?
4. Ik ben _______ de markt.
5. Ik betaal ______ mijn pinpas.
6. Ik ga _______ de markt.
7. Ik heb contact _____ de verkoper _____ Marktplaats _____ de app.

Slide 12 - Slide

H9    klanken en spelling -> de sjwa
opdracht 11, bladzijde 91

Slide 13 - Slide

Even wat anders:

- We staan in een kring
- Persoon A gooit een bal naar persoon B en zegt daarbij een Nederlands woord
- persoon B vangt de bal en gooit hem daarna naar persoon C en zegt daarbij een Nederlands woord dat begint met de eindletter van het woord van persoon A (bijv: bal - laars - strand)

Slide 14 - Slide

Journaal in makkelijke taal 25-06-25
De NAVO top in Den Haag






      

Slide 15 - Slide

Even een tussendoortje
"Aan de Amsterdamse grachten"
Vul eerst de gaten in de liedtekst in en luister daarna naar het liedje.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

-  herhalen H9  Hoeveel kost het?
H10 Een dag uit het leven van
                                 * frequentiewoorden
                                 * separabele verba
                                 * sequentiewoorden
- Het je-bent-al-op-2/3-spel spelen

                              


Donderdag

Slide 19 - Slide

Herhaling H9  een dialoog in een winkel 
verkoper: Wie is er aan de beurt?
jij: ____________________________
V: Zegt u het maar!
jij: ___________________________
V: Dat was het?
jij: ___________________________
V: Dat is dan €5,30 alstublieft.
jij: _________________________
V: Nee sorry, u kunt hier alleen contant betalen.
jij: __________________________
V: Dank u wel. Hier is uw wisselgeld. Graag tot ziens
jij: ___________________________

Slide 20 - Slide

Herhaling H9     Hoeveel kost het?
Hoe spreek je dit uit?

€ 7,95
€ 58,-
€ 2650,-
€ 0,25
€ 80,70

Slide 21 - Slide

Herhaling H9     Hoeveel kost het?
welke prepositie past op het gaatje?

1. Ik ga _____ de markt.
2. We kopen vlees _____ de slager.
3. Ik leg de boodschappen _____ het winkelwagentje.
4. Zij houdt niet ______ vis.
5. Ik heb geen zin _____ koffie.
6. Wie is er _____ de beurt?
7. Hij bezorgt de pizza ____ mij thuis.
Welke preposities hoor je in het filmpje?

Slide 22 - Slide

Herhaling H9     
Ken je deze woorden nog?

Slide 23 - Slide

H10     Een dag uit het leven van...
We bekijken samen blz. 93 en maken opdracht 1, 2, 3 en 4
frequentiewoorden: deze woorden geven aan hoe vaak je iets doet: altijd, meestal, vaak, soms, nooit
separabele verba: opruimen- ik ruim op, afwassen - ik was af, opstaan - ik sta op etc.

Slide 24 - Slide

H10     Een dag uit het leven van...
sequentiewoorden
deze woorden geven de volgorde aan waarin je iets doet

eerst, dan, daarna, vervolgens, 
tot slot/tenslotte

opdracht 5 en 6

Slide 25 - Slide

Inversie na sequentiewoorden

Slide 26 - Slide

H10     Een dag uit het leven van...
Opdracht 7
spreken oefenen in tweetallen
Jullie krijgen een werkblad

Opdracht 8
Jullie krijgen een werkblad bij opdracht 8d. Vul daarop de open plekken in.

Opdracht 9
Spreken oefenen in tweetallen

Slide 27 - Slide

H10     Uitspraak: de sjwa en de klemtoon
De klemtoon valt NOOIT op de sjwa

Slide 28 - Slide

H10     Een dag uit het leven van...
opzij, opzij, opzij
Herman van Veen

Werkboek opdracht 9
bladzijde 75
We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan

Slide 29 - Slide

Het je-bent-al-op-2/3-spel


bladzijde 104

Slide 30 - Slide

Huiswerk: werkboek H9 maken
                    schrijfopdracht 16 bladzijde 67 inleveren


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide