This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waarom mogen wij zeggen dat hormonen conductoren zijn?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Welke van deze klieren zijn in de borstholte gelegen?
A
schildklier en epifyse
B
schildklier en thymus
C
schildklier en alvleesklier
D
alvleesklier en bijnieren
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Welke drie type prikkels kunnen het HS activeren?
Slide 8 - Open question
De productie van EPO wordt geactiveerd door ...
A
een stof aanwezig in het bloed
B
een hormoon aanwezig in het bloed
C
een neurale prikkel
Slide 9 - Quiz
De schildklier wordt geactiveerd door ...
A
een hormoon in het bloed
B
een stof in het bloed
C
een neurale prikkel
Slide 10 - Quiz
Wanneer de hypofyse het groeihormoon produceert, gaan de cellen in de groeischijven van de botten extra snel delen. Hoe verklaar je dat deze cellen enkel reageren op het groeihormoon en niet op bv. thyroxine?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hoe verklaar je dat hormonen na transport door het bloed slechts welbepaalde effectoren activeren?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
klieren aangestuurd door hypofyse
melklieren
thymus
hypothalamus
bijnieren
schildklier
eierstokken
teelballen
alvleesklier
epifyse
Slide 16 - Drag question
hypothalamus
thalamus
hypofyse
epifyse
brug van Varol
Slide 17 - Drag question
Vul aan met het juiste hormoon.
Slide 18 - Open question
adrenaline
cortisol
prolactine
thyroxine
oxytocine
groeihormoon
Slide 19 - Drag question
Elk hormoon kan verschillende organen beïnvloeden.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
De hypofyse produceert verschillende hormonen waardoor de hormoonproductie van andere endocriene klieren wordt beïnvloed.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
De prikkel die de testosteronproductie door de teelballen activeert, is de aanvoer van LH via het bloed na de aanmaak van LH door de hypofyse.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
Het hormoon thyroxine heeft steeds dezelfde functie in een mensenleven.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
Enkel het groeihormoon stimuleert de groei bij kinderen.