This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6.1 Eten en gegeten worden
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
2. Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Wat misten we in het filmpje over het voedselweb?
Slide 5 - Open question
Maak een voedselketen die uit minimaal 5 organismen bestaan
Slide 6 - Open question
Voedselketen
Bedenk de eerste schakel van een voedselketen
Een tweede persoon bedenkt wie de producent (plant) eet
een volgende persoon bedenkt wie de consument eet
en de laatste persoon bedenkt welk dier de toppredator is.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Waarom doet een plant aan fotosynthese?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Producenten, consumenten en reducenten
Producenten: Zijn planten
Consumenten: Planteneters, Alleseters en Vleeseters
Afvaleters: eten dode resten
Reducenten: Schimmels en bacteriën
Slide 11 - Slide
Afvaleters
Slide 12 - Slide
Producenten, consumenten en reducenten
Slide 13 - Slide
Wat ga je doen?
Maak opdracht 1 t/m 7 van 6.1
timer
1:00
Slide 14 - Slide
6.1 Eten en gegeten worden
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
2. Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
Slide 16 - Slide
Biotisch - abiotisch
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Criteria indeling
Hoe ze eten (aan organische stoffen komen):
Autotroof: (Zelf) Dus zelf organische stoffen maken.
Heterotroof: (anders) Dus andere organismen gebruiken voor organische stoffen
Slide 19 - Slide
Voedselweb/voedselketen
Slide 20 - Slide
Voedselketen
Bedenk de eerste schakel van een voedselketen
Een tweede persoon bedenkt wie de producent (plant) eet
een volgende persoon bedenkt wie de consument eet
en de laatste persoon bedenkt welk dier de toppredator is.
Slide 21 - Slide
Producenten, consumenten en reducenten
Slide 22 - Slide
Wat ga je doen?
Maak je eigen voedselweb
minimaal 10 organismen met onderlinge verbindingen