This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Communicatie 3
Terugblik stageopdracht 1.3
Observeren en interpreteren
Wat is observeren
Wat is interpreteren
Slide 1 - Slide
Stageopdracht 1.3
Hoe is het gegaan?
Contact maken
Actief luisteren
Slide 2 - Slide
Observeren
Wat is observeren?
Slide 3 - Slide
Waarnemen, observeren en interpreteren
Waarnemen gaat vanzelf: ruiken, voelen, zien, horen. Doe je dit gericht, met een doel, dan ben je aan het observeren.
Slide 4 - Slide
Waarnemen, observeren en interpreteren
Observeren: objectief + zonder je eigen mening. Dat is moeilijk en dat gaan we in de les ook trainen.
Slide 5 - Slide
Waarnemen, observeren en interpreteren
Interpreteren: betekenis geven aan wat je hebt gezien. Je gebruikt kennis om bijvoorbeeld in te vullen wat oorzaken van bepaald gedrag kunnen zijn.
Slide 6 - Slide
Objectief observeren
Hier moet je jezelf in trainen! Lees de volgende twee gedachten bij observaties: "Die mevrouw loopt in een hoog tempo, haar jas wappert in de wind." "Ze heeft vast haast. Waarom zou ze zo snel lopen?"
Wat is het verschil tussen deze twee? Welke gedachte is objectief? Welke subjectief?
Slide 7 - Slide
Video:
Kijk wat er gebeurt als we te snel oordelen over wat we zien.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Observatiemethoden
Zonder meetinstrument. Je gebruikt alleen je zintuigen.
Met meetinstrument. Dit kan een risicosignaleringslijst zijn, maar ook een thermometer, bloeddrukmeter of teststrip.
Multidisciplinaire observatie.
Slide 10 - Slide
Verstoringen
Het is natuurlijk belangrijk dat je observaties de juiste gegevens opleveren. Voorkom daarom dat er verstoringen optreden.
Wat zouden verstoringen kunnen zijn?
Slide 11 - Slide
Verstoringen
Je bent te snel met het trekken van conclusies.
Je gebruikt verouderde of inadequate hulpmiddelen.
Je richt je teveel op één aspect waardoor je de cliënt niet in zijn totaliteit waarneemt.
Je hebt geen goede relatie met je cliënt.
Slide 12 - Slide
Verstoringen
Je bent te snel met het trekken van conclusies.
Je gebruikt verouderde of inadequate hulpmiddelen.
Je richt je teveel op één aspect waardoor je de cliënt niet in zijn totaliteit waarneemt.
Je hebt geen goede relatie met je cliënt.
Slide 13 - Slide
2.2 opdracht waarnemen en interpreteren
één vrijwilliger nodig!
De anderen kijken naar wat de student doet en schrijven dit op.
Slide 14 - Slide
2.3 stageopdracht
Ga in de praktijk observeren aan de hand van de gezondheidspatronen van Gordon, schrijf van elk patroon 1 voorbeeld op?
Slide 15 - Slide
Aan de slag
Voorbereiding + checking
Hoe heb je de oefening in de klas ervaren?
2.3 stageopdracht (let op gaat over Gordon 12 gezondheidspatronen)