oefentoets elektriciteit

Hoe hoog is de netspanning in huis?
A
230 V
B
12 V
C
115 V
D
230 V
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe hoog is de netspanning in huis?
A
230 V
B
12 V
C
115 V
D
230 V

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je een stof die geen elektriciteit doorlaat

Slide 2 - Open question

Zet de stoffen in het juiste vakje.
Geleider
Isolator
hout
ijzer
kraanwater
koolstof
lucht
plastic

Slide 3 - Drag question

Als de schakelaar gesloten wordt is er sprake van.......
A
een verbroken stroomkring
B
een lamp die uit gaat
C
een gesloten stroomkring
D
een lamp die geen licht geeft

Slide 4 - Quiz

Sommige stoffen geleiden elektriciteit slecht. Welke stof is een isolator?
A
aluminium
B
glas
C
koolstof
D
zout water

Slide 5 - Quiz

Waarmee meet je de stroomsterkte?
A
Voltmeter
B
Ampèremeter
C
Thermometer
D
megameter

Slide 6 - Quiz

Wat is de eenheid van stroomsterkte?
A
Ampere (A)
B
Volt (V)
C
Watt(W)

Slide 7 - Quiz

Vier batterijen van 6 V worden in serie geschakeld. Dit levert een spanning op van:
A
1,5V
B
6V
C
12V
D
24V

Slide 8 - Quiz

Wat uitspraak over een parallelschakeling is waar?
A
branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit
B
de stroomsterkte is overal evengroot
C
er komen geen vertakkingen voor
D
je kunt elk lampje afzonderlijk aan zetten

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraken over deze schakelingen is waar?
A
Het zijn allebei parallel schakelingen
B
Het zijn allebei serieschakelingen
C
bovenste is parallel en onderste is serie
D
bovenste is serie en onderste is parallel

Slide 10 - Quiz

In deze schakeling draait Carlo lampje 2 los. Wat gebeurt er met de andere lampjes?
A
lampje 1 gaat uit en 3 blijft branden
B
lampje 1 blijft branden en 3 gaat uit
C
lampje 1 en 3 blijven branden
D
lampje 1 en 3 gaan allebei uit

Slide 11 - Quiz

Welk nummer stelt een spanningsmeter voor?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 12 - Quiz

Zet op volgorde van groot naar klein
kA
hA
A
daA
dA
cA
mA

Slide 13 - Drag question

Hoeveel Ampère is de stroomsterkte op plek B?

Slide 14 - Open question

Welke waarde geeft de voltmeter aan?
A
1,2V
B
6V
C
12V
D
7 volt

Slide 15 - Quiz

Wat voor soort
schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel

Slide 16 - Quiz

Hoe sluit je een spanningsmeter aan?
A
in serie
B
parallel

Slide 17 - Quiz

Hoe sluit je een stroommeter aan?
A
in serie
B
parallel

Slide 18 - Quiz

Hiernaast zie je een serieschakeling
van 2 gelijke lampjes. Door de
stroomkring gaat een stroom van
2 Ampère.
Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
4 Ampère
D
2 Volt

Slide 19 - Quiz

Hiernaast zie je een serieschakeling
van 2 gelijke lampjes. De batterij
levert een spanning van 9 Volt.
Hoe groot is de spanning over lampje 1?
A
9 Volt
B
4,5 Volt
C
18 Volt
D
9 Ampère

Slide 20 - Quiz

452 mA=
A
0,452A
B
45200A
C
4,52A
D
4520A

Slide 21 - Quiz

5,75 A=
A
57,5 mA
B
5750 mA
C
0,575 mA
D
0,00575 mA

Slide 22 - Quiz

0,85 A =
A
85 mA
B
0,0085 mA
C
850 mA
D
0,085 mA

Slide 23 - Quiz


Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
2,2 A
B
0,22 A
C
0,022 A
D
22 A

Slide 24 - Quiz

Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde

Slide 25 - Quiz

Welke waarde geeft deze stroommeter aan?
A
0,03 A
B
0,3 A
C
3 A

Slide 26 - Quiz

Welk antwoord is juist?
A
Als bij de serie schakeling 1 lamp stuk gaat blijven de andere lampen branden
B
Als bij de parallel schakeling 1 lamp stuk gaat blijven de andere lampen branden
C
Als bij de serie schakeling 2 lampen stuk gaat blijven de andere lampen branden
D
Als bij de parallel schakeling 1 lamp stuk gaat gaan de andere lampen uit

Slide 27 - Quiz

In figuur zie je verschillende schakelingen met een lamp en batterij. In welke schakelingen brandt het lampje niet en
leg uit waarom de lampjes niet branden?

Slide 28 - Open question

Welke schakelaars moet ik sluiten om de lampen in A en B te laten branden? Er zijn meerdere mogelijkheden!

Slide 29 - Open question

EINDE

Slide 30 - Slide