This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
herhaling voortplanting
Slide 1 - Slide
Bloemen
Slide 2 - Slide
Kroonblad
Kelkblad
Bloemblad
Stamper
meeldraad
Stempel
Helmknop
Slide 3 - Drag question
Wat is de functie van grote opvallende gekleurde kroonbladeren?
Slide 4 - Open question
Mannelijke geslachtcellen heten?
A
zaadbeginsels
B
meeldraden
C
stuifmeelkorrels
D
helmhokjes
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Bestuiving
Slide 7 - Slide
Wat is bestuiving?
Slide 8 - Mind map
Op welke manier kan bestuiving plaats vinden?
1: via insecten 2: via de wind
A
op manier 1 &2
B
alleen 2
C
alleen 1
D
geen van beide
Slide 9 - Quiz
welk nummer is bestuiving?
A
1
B
2
C
3
Slide 10 - Quiz
Wat zien we in de foto?
A
Stuifmeelkorrel
B
Bacteriën
C
Zaadbeginsel
D
Kiem
Slide 11 - Quiz
Bevruchting
Slide 12 - Slide
Stuifmeelbuis
Vruchtbeginsel
Stempel
Zaadbeginsel
Eicel
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Bij zaadplanten vind eerst bevruchting plaats en daarna bestuiving
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Vruchten en zaden
Slide 17 - Slide
Zet de ontwikkeling van de kersenbloesem tot kers in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 18 - Drag question
Hoe heten de vruchten van een bonenplant
A
bonen
B
peulen
C
vruchten
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Voortplanting bij mens en dier
Slide 21 - Slide
Wat voor soort voortplanting is dit
A
geslachtelijk
B
ongeslachtelijk
C
dit is geen voortplanting
Slide 22 - Quiz
Een vrouwtjeskip noem je een hen. Als een hen een halfjaar oud is, begint ze eieren te leggen. Hennen kunnen wel driehonderd eieren per jaar leggen. In elk ei zit een eicel. Als een hen met een haan paart, kan de eicel bevrucht worden. Uit dit ei kan dan een kuiken groeien. Een hen legt ook eieren als er geen haan is.
1 - Alle eieren bevatten een eicel.
2 - De bevruchting bij hennen is uitwendig.
3 - Een kuiken heeft alleen erfelijke eigenschappen van de hen.
4 - Voor het ontstaan van een kuiken is een haan nodig.