H-3 Paragraaf 1 IJs, water, waterdamp

Hoofdstuk 3 Water
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Water

Slide 1 - Slide

Moleculen en atomen
Hoofdstuk 3 Water
Paragraaf 3.1 IJs, water, waterdamp.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  • Je kunt de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel.
  • Je kunt met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
  • Je kunt uitleggen wat cohesie en adhesie zijn. (EXTRA)

Slide 3 - Slide

Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
Drie fasen?
Je ziet negen foto's.
En er zijn drie "fasen".
Wat zou dat betekenen?

Slide 4 - Slide

Moleculen en atomen
IJs, water, waterdamp.
IJS
WATER
???
de stof water
in vaste toestand
de stof water
in vloeibare toestand
de stof water
in gasvormige toestand

Slide 5 - Slide

Moleculen en atomen
IJs, water, waterdamp.
IJS
WATER
WATERDAMP
(IS NIET ZICHTBAAR)
de stof water
in vaste toestand
de stof water
in vloeibare toestand
de stof water
in gasvormige toestand
Rijp
Oh ja,  dit is RIJP.

Slide 6 - Slide

IJs, Water, Waterdamp
  • is steeds dezelfde stof: water
  • bestaat dus ook uit dezelfde moleculen: watermoleculen
Wat zijn dat dan?
MOLECULEN?

Slide 8 - Slide

Deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 9 - Slide

Het deeltjesmodel: afspraken
  • Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes: moleculen
  • Elke soort stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
  • Moleculen bewegen voortdurend, de snelheid hangt af van de temperatuur. 
  • Moleculen trekken elkaar aan.
Leer uit je hoofd!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
Elke soort stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen.
B
Moleculen bewegen voortdurend, de snelheid hangt af van de temperatuur.
C
De moleculen trekken elkaar aan.

Slide 12 - Quiz

Cohesie
De watermoleculen trekken elkaar aan.
Moleculen van dezelfde soort: COHESIE
Adhesie
De watermoleculen en de moleculen van de cellen van het oog trekken elkaar aan. Moleculen van verschillende soort: ADHESIE

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
Elke soort stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen.
B
Moleculen bewegen voortdurend, de snelheid hangt af van de temperatuur.
C
De moleculen trekken elkaar aan.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Paragraaf 3.3

Slide 20 - Slide

Water, waterdamp en ijs
Water komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 21 - Slide

Fasedriehoek

Slide 22 - Slide

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen 
  • gas naar vast = rijpen
LET GOED OP!
ER IS EEN VERSCHIL TUSSEN KOKEN EN VERDAMPEN

Slide 23 - Slide

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 24 - Quiz

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 25 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 26 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
We maken nu paragraaf 3 af. 

Lees de tekst, maak de opdrachten. 

Slide 28 - Slide