D-toets Water

D-toets Water

Welke fase-overgang hoort bij sublimeren?

1. vloeibare fase-> vaste fase
2. vaste fase-> gas fase
3. gas fase-> vloeibare fase
4. vaste fase-vloeibare fase

Rijpen is de fase-overgang van:

1. vloeibaar naar gasvormige
2. gasvormige naar vloeibaar
3. gasvormige naar vast
4. vloeibaar naar vast

Welke fase-overgang hoort bij sublimeren?

1. vloeibare fase-> vaste fase
2. vaste fase-> gas fase
3. gas fase-> vloeibare fase
4. vaste fase-vloeibare fase

Rijpen is de fase-overgang van:

1. vloeibaar naar gasvormige
2. gasvormige naar vloeibaar
3. gasvormige naar vast
4. vloeibaar naar vast

Waterdamp is onzichtbaar

1. Waar
2. Niet waar

Water kent 3 fases

1. vloeibaar, waterdamp en condens
2. vloeibaar, vast en ijs
3. koud, warm en heet
4. vast, vloeibaar, en gas

Als ijs smelt,
gaat ijs over in de

1. fase
2. vaste fase
3. vloeibare fase
4. gasvormige fase

Als het vries, dan verandert water in ijs.
Ijs is niet een andere stof dan water.

1. waar
2. niet waar

Als je water kookt, komt water in de

1. vaste toestand
2. vloeibare toestand
3. gasvormige toestand

Waterdamp is?

1. Lucht
2. Vloeibaar water
3. Kleine ijs kristallen
4. Water in gasvorm

Wat gebeurt er met waterdamp als het kouder wordt?

1. Dan gaat het verdampen
2. Dan wordt het lichter
3. Dan gaat het condenseren
4. Dan neemt het volume toe

Welke faseovergang zie je in het plaatje? (op de bril)

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Sublimeren
4. Koken

Wat is temperatuur op de thermometers

1. a.49 b.112 c.13 d.240 e.52 °C
2. a.49 b.108 c.13 d.230 e.50 °C
3. a.50 b.108 c.13 d.230 e.52 °C
4. a.50 b.112 c.15 d.240 e.50 °C

Hoe heet deze fase overgang?

1. Rijpen
2. Verdampen
3. vervluchtigen
4. Condenseren

Rijpen is de fase-overgang van:

1. vloeibaar naar gasvormige
2. gasvormige naar vloeibaar
3. gasvormige naar vast
4. vloeibaar naar vast

Wat was de fase overgang van vloeistof naar gas?

1. Vervluchtigen
2. Condenseren
3. Verdampen
4. Bevriezen

Hoe noem je de fase-overgang van vloeibaar naar vast?

1. Smelten
2. Stollen
3. Verdampen
4. Condenseren