17. Les 6 Periode 3

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Programme
  •  PO 1 Page de Style... la suite
  • Voegwoorden
  • Bijvoegelijknaamwoord
  • Werkwoorden

Slide 2 - Slide

Page de style
  • Laat zien wat jouw stijl is
  • Merken, kleding, accessoires, stijl (sportif, décontracté, classique, moderne, branché)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Page de style
  • Check zelf: 10 plaatjes, 10 zinnen minimaal. Maak het persoonlijk!
  • Eigen zinnen, gebruik je module als basis
  • 1) In iedere zin een werkwoord: j'aime porter un jeans.
  • 2) In iedere zin een bijvoeglijk naamwoord: j'aime porter un pantalon rouge.
  • 3) In iedere zin een voegwoord: j'aime porter un pantalon rouge parce que j'adore les vêtements colorés.

Slide 5 - Slide

Images
zoek minimaal 10 afbeeldingen die verschillende dingen van jouw stijl laten zien. 
Download ze en plak ze in een document of print ze en plak op een vel papier

Slide 6 - Slide

Voegwoorden
- parce que = omdat
- mais = maar
- donc = dus
- et = en
- c'est pourquoi = daarom...

Deze voegwoorden wil ik in de zinnen terugzien

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Gebruik in iedere zin een bijvoeglijk naamwoord:
- beau, belle
- sportif
- couleurs
- confortable
- etcétera

Slide 8 - Slide

Werkwoorden
Gebruik in iedere zin een werkwoorden, par exemple:
- aimer, adorer, préférer
- porter
- mettre
- acheter
- etcétera

Slide 9 - Slide

Volgorde
1) Onderwerp (Je)
2) Werkwoord(en)
3) Rest van de zin (plek, tijd, lijdend voorwerp)



Slide 10 - Slide

Aimer, adorer, préférer, détester
Zeggen waar je wel en niet van houdt...
1) Stam (-er)
2) Uitgang:   J'aime                     Nous aimons
                          Tu aimes                Vous aimez
                       
  Il, elle, on aime    Ils, elles aiment

Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Slide 11 - Slide

Aimer, adorer, préférer, détester
Zeggen waar je wel en niet van houdt...

Ik houd van broeken. 
J'aime les pantalons.

Regel: Aimer, adorer, préférer, détester + lidwoord (le, la, les)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Ik ben dol op schoenen
A
Tu adores chaussures.
B
J'adore les chaussures.
C
Tu adores les chaussures.
D
J'adore chaussures.

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je: ik houd van sportieve kleding (vêtements)

Slide 15 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de vorm
enkelvoud
meervoud
mannelijk
le jean bleu
les jeans bleus
vrouwelijk
la robe bleue
les robes bleues

Slide 16 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Het bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord:

Le jean bleu, la robe rouge, les chaussures vertes

Slide 17 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Deze staan bijvoeglijke naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord:

Bon - beau - joli - gros - jeune - haute - nouveau - long - petit - grand - vieux - mauvais - autre - large, (tralalala)

Slide 18 - Slide

Hoe zeg je: de rode broek?

Slide 19 - Open question

Hoe zeg je: de blauwe jurk?

Slide 20 - Open question

Hoe zeg je: de zwarte truien?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide