Hoofdstuk 8 paragraaf 6 Marktvormen

Economie 
3GT
H8§6
Marktvormen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie 
3GT
H8§6
Marktvormen

Slide 1 - Slide

INDEXCIJFERS BOEK
BLZ. 142

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Bedrijven proberen zo veel mogelijk te verkopen. Ze strijden op de markt om de gunst van de consument. Soms hebben ze veel concurrenten en soms weinig. Soms is hun product uniek en soms proberen al hun concurrenten hetzelfde product te verkopen. Hun positie op de markt verschilt. In deze paragraaf leer je hier meer over. 

Slide 3 - Slide

Markt (letterlijk)
Geheel van vraag en aanbod

Concurrentie

Slide 4 - Slide

Marktvorm
Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.

Slide 5 - Slide

4 marktvormen:

verschil
aantal aanbieders
aantal vragers 
de transparantie (duidelijkheid prijs en kwaliteit)
de toegankelijkheid ( hoe makkelijk kan je toetreden)

Slide 6 - Slide

Monopolie

  • Monos = 1 / polein = verkopen
  • Eén aanbieder
  • Veel vragers
  • Homogeen product (producten zijn precies hetzelfde)

Voorbeeld:
De NS, bankbiljetten, elektra.

Slide 7 - Slide

Je kunt makkelijk toetreden tot deze markt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Noem nog een voorbeeld van bedrijf in deze marktvorm?

Slide 9 - Open question

Oligopolie
  • Weinig aanbieders en veel vragers  
  • Heterogene goederen → producenten moeten met elkaar concurreren 
  • Homogene goederen → klanten letten vooral op de prijs (er kan een prijzenoorlog ontstaan) 
  • Specialistische kennis nodig
  • toegankelijkheid beperkt
  • transparantie gering

Slide 10 - Slide

Monopolistische concurrentie
  • Veel aanbieders  veel vragers
  • Producten lijken op elkaar, maar elke aanbieder is uniek
  • Voor de klant is er een verschil wie levert of wat het merk/soort is (heterogeen goed) 
  • Komt veel voor
  • bv eigenheimers, bintjes, etc

Slide 11 - Slide

Volkomen concurrentie
  • Veel aanbieders en veel vragers 
  • Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod (aandelen)
  • Het maakt de vragers niet uit wie levert (homogeen goed)

Slide 12 - Slide

Aantal aanbieders
Aantal vragers
Aard van het product
Marktvorm
Voorbeeld
veel
veel
homogeen
volkomen concurrentie
Aandelenmarkt
Valutamarkt
veel
veel
heterogeen
monopolistische concurrentie
horeca
Kledingzaken
Weinig
Veel
Beide
Oligopolie
supermarkten
1
veel
Homogeen
Monopolie
Trein
Kenmerken van een marktvorm

Slide 13 - Slide

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 14 - Quiz

Bij monopolistische concurrentie is er altijd sprake van heterogene producten.


A
juist.
B
onjuist.

Slide 15 - Quiz

Hieronder staan vijf marktvormen. Geef van elke martkvorm aan of het gaat om een monopolie of een oligopolie. Sleep de zinnen naar de juiste plek.







Monopolie
Oligopolie
Uitgifte van rijbewijzen
Internet
NS
Microsoft
Onderwijs

Slide 16 - Drag question

Plaats de vier marktvormen in volgorde van veel concurrentie op de markt tot weinig tot geen concurrentie op de markt.
Oligopolie
Monopolie
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie

Slide 17 - Drag question

Hoeveel aanbieders zijn er bij een monopolie?
A
Veel
B
Weinig
C
1

Slide 18 - Quiz

Hoeveel invloed heeft een bedrijf met een monopolie op de prijs?
A
Veel
B
Weinig

Slide 19 - Quiz

Voor wie is een monopolie leuk?
A
Voor de klant
B
Voor de werknemers
C
Voor de grote baas

Slide 20 - Quiz

Op welke markt waar vraag en aanbod samenkomt (marktvorm) zit het Bedrijf Apple in?
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 21 - Quiz

Welk product is homogeen
A
Kaas
B
Bier
C
Wijn
D
Graan

Slide 22 - Quiz

Welk product is heterogeen
A
Een Mars
B
Een volkorenbrood
C
Een flesje spa water
D
Aardappelen

Slide 23 - Quiz

Wat is een kenmerk van een monopolie
A
Veel aanbieders
B
Heterogeen product
C
Weinig aanbieders
D
Onderscheidend

Slide 24 - Quiz

Welke van de volgende antwoorden is geen eigenschap van de marktvorm volkomen concurrentie?
A
Veel aanbieders en veel vragers
B
Heterogeen product
C
Transparante markt
D
Vrije toe- en uittreding

Slide 25 - Quiz

Rekentrainer paragraaf 6
formule marktaandeel

Slide 26 - Slide

Formule marktaandeel
  • Eigen omzet : totale omzet = marktaandeel 
  • Eigen afzet : totale afzet = marktaandeel
Je mag ook een tabel gebruiken!

Voorbeeld.
Albert Heijn heeft in 2020 een omzet gedraaid van 27 miljard euro. De totale omzet van de supermarktbranch bedraagt 72 miljard euro. Bereken het marktaandeel van de Albert Heijn.

Slide 27 - Slide

Formule marktaandeel
Voorbeeld.
Albert Heijn heeft in 2020 een omzet gedraaid van 27 miljard euro. De totale omzet van de supermarktbranche bedraagt 72 miljard euro. Bereken het marktaandeel van de Albert Heijn.



72
1
27
%
100

Slide 28 - Slide

Formule marktaandeel
Voorbeeld.
Albert Heijn heeft in 2020 een omzet gedraaid van 27 miljard euro. De totale omzet van de supermarktbranche bedraagt 72 miljard euro. Bereken het marktaandeel van de Albert Heijn.





Het marktaandeel van AH is 37,5 %
72
1
27
%
100
1,39
37,5

Slide 29 - Slide

maken Paragraaf 6
rekentrainer paragraaf 6

Slide 30 - Slide