Praktische opdracht

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H8 Lengte, omtrek en oppervlakte

Je leert:

wat handige maten zijn.

hoe je een lengte kunt schatten.

Voorblad

Maak een voorblad waarop de volgende gegevens staan:

• titel verslag

• je eigen naam

• klas

• datum waarop je hem inlevert

• toepasselijk plaatje(s)

• naam docent

Zorg ervoor dat je werkstuk er verzorgd uitziet.

Lever het verslag geprint en in een snelhechter in bij je docent.

Huiswerk

Voor de volgende les heb je af:

• Opdrachten van les 1 (meenemen pen + boekje)
• Voorblad (google document) zelf printen of sturen naar [e-mail]

Welke lengtemaat past bij dit bord?

1. meter (m)
2. centimeter (cm)
3. decimeter (dm)
4. kilometer (km)

Welke lengtemaat is groter?

1. 8 m
2. 70 dm

Welke lengtemaat?
2,56 m

1. 2 cm en 56 cm
2. 2 m en 56 cm
3. 256 meter
4. 256 mm

H8 Lengte, omtrek en oppervlakte

Je leert:

wat een omtrek is.

hoe je de omtrek van een figuur kunt bereken.

nauwkeurig te meten.

Wat gaan we vandaag doen?

• Les 2 Meten is weten
• Maak opdracht 1 t/m 4 
• Let op; dat moet in deze les af zijn, want dit kun je thuis niet doen. 
• Ieder tweetal gaat zelf meten, je neemt geen gegevens over van klasgenoten.  
• Meet nauwkeurig en rond je getallen niet af. 

Handige maten:
Wat is het looptempo?

1. 20 km per uur
2. 4 km per uur
3. 6 km per uur
4. 15 km per uur

Handige maten:
Wat is de hoogte van een verdieping?

1. 180 cm
2. 3 meter
3. 2 meter
4. 150 cm

Handige maten:
Wat is het fietstempo?

1. 18 km per uur
2. 14 km per uur
3. 6 km per uur
4. 5 km per uur

Omtrek = ...

1. Lengte + breedte
2. Lengte + breedte + lengte + breedte
3. Lengte x breedte
4. Lengte x breedte x hoogte

Wat is de omtrek?

1. 13 cm
2. 6,5 cm
3. 12,5 cm
4. 10 cm²

Wat is de
omtrek?

1. 200
2. 58
3. 62
4. 60

Wat is de omtrek?

1. 76 dm
2. 95 dm
3. 114 dm
4. 133 dm

wat is de omtrek

1. 8 cm
2. 11 cm
3. 3 cm
4. 22 cm

H8 Lengte, omtrek en oppervlakte

Je leert:

wat lengtematen zijn en kunt ze omrekenen.

wat de inhoudsmaten cm3, dm3, m3 zijn.

wat een liter is.

hoe je de inhoud berekent (kb+).

Wat gaan wij doen vandaag?

• Groep 1 -> Poster maken van het metriek stelsel
• Groep 2 -> Werkblad waarbij je gaat rekenen met het metriek stelsel (Let op: schrijf berekeningen op! en je mag een rekenmachine gebruiken)
• Groep 3 ->  Praktisch aan het werk; meten van de inhoud

Voorbeeld som

4200 dm= ..... m 

1 dam= ..... mm

Voorbeeld som

6400 dm²= ..... m²

1 dam²= ..... dm²

Voorbeeld som

4940 cl= ..... dl

4000 ml= ..... l

Poster maken

• Je krijgt 1 wit A4 blad, daar maak je de hele opdracht op. 
• Zorg dat het er leuk en verzorgd uitziet, werk dus netjes. 
• Denk aan kleurgebruik. 
• Denk aan pijltjes. 
• Denk aan plaatjes. 
• Schrijf er les 3 boven.
•  Je mag gerust internet of je wiskundeboek gebruiken

Rekenen met het metriek stelsel

• Je krijgt toetspapier en 2 werkbladen.
• Op de werkbladen mag je niet schrijven!
• Je maakt alle sommen die op de werkbladen staan op je wiskundepapier en zet erboven les 4.  
• Neem de som over en schrijf je berekening erbij zoals: 
• 87 dl= 87 x 10 x10= 8700 ml 
• Wat je niet af krijgt maak je de volgende lessen af. 

Meten van de inhoud

• Lees goed wat je moet doen voordat je begint te knoeien met water. 
• Je vult 1x de gieter, dan heb je voldoende voor alle opdrachten. 
• Werk netjes en precies. 
• Zet de maatcilinder in het afwasteiltje. 
• Droog alle materialen die je gebruikt hebt af.  

Wat gaan wij doen vandaag?

• Maandag:
• Groep 3 -> Poster maken van het metriek stelsel
• Groep 1 -> Werkblad waarbij je gaat rekenen met het metriek stelsel (Let op: schrijf berekeningen op! en je mag een rekenmachine gebruiken)
• Groep 2 ->  Praktisch aan het werk; meten van de inhoud

Wat gaan wij doen vandaag?

• Dinsdag:
• Groep 2 -> Poster maken van het metriek stelsel
• Groep 3 -> Werkblad waarbij je gaat rekenen met het metriek stelsel (Let op: schrijf berekeningen op! en je mag een rekenmachine gebruiken)
• Groep 1 ->  Praktisch aan het werk; meten van de inhoud

Wie kan het rijtje van de lengtematen op het bord schrijven?

Pak eventueel alvast je rekenmachine erbij ;) 

Lengtematen omrekenen
12 km = ..... m

1. 12 m
2. 1200 m
3. 12000 m
4. 120 m

Lengtematen omrekenen
86 m = ..... mm

1. 86 mm
2. 8600 mm
3. 8,6 mm
4. 86000 mm

Lengtematen omrekenen
800 m = ..... cm

1. 8000 cm
2. 800.000 cm
3. 80.000 cm
4. 800 cm

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km

1. 0,5 km
2. 5 km
3. 50 km
4. 500 km

Lengtematen omrekenen
3400 cm = ..... dm

1. 34 dm
2. 3400 dm
3. 3,4 dm
4. 340 dm

Lengtematen omrekenen
34 cm + 30 mm = ... dm

1. 3,7 dm
2. 37 dm
3. 3700 dm
4. 370 dm

Wat komt er in je verslag?

• Voorblad
• Les schatten (uit je boekje)
• Les meten (uit je boekje) 
• Poster van het metriek stelsel
• Wiskundeblad met alle sommen
• Les meten van inhoud (uit je boekje)
• Nawoord