8 en 9 dec. 22 Oefentoets lv en bespreking

H4N
Welkom
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4N
Welkom

Slide 1 - Slide

Programma deze week


  • Leesvaardigheid oefentoets (donderdag)
  • Toets evt. afmaken en bespreken (vrijdag)
  • Tijd over: nieuwsquiz


Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze week weet je hoe je ervoor staat met leesvaardigheid en ken je je eigen leerpunten.


Slide 3 - Slide

Huiswerk
Recensie over Kwaad Bloed ingeleverd

Slide 4 - Slide

Oefentoets leesvaardigheid afmaken
  1. Je werkt in stilte

  2. Klaar met de toets? Kies leestekst Spion of leestekst Sleutelen aan voedsel en maak opdrachten
  3. Je kunt daarna oefenen met spelling en leesvaardigheid in Nw Ned Online of via www.cambiumned.nl 



Slide 5 - Slide

Leesvaardigheid
  • Hst 1: Basis: is behandeld
  • Hst 2: Leesvaardigheid
  • par. 1: Tekstdoelen en -soorten (heb je bestudeerd) 
  • par. 2: Column (heb je bestudeerd)
  • par. 3: Uiteenzetting, betoog en beschouwing (eerder behandeld)

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen en -soorten
  • ...
  • Informeren: nieuwsbericht, rapport, gebruiksaanwijzing, folder
  • opiniëren: beschouwing, column, discussiestuk, column
  • overtuigen: ingezonden brief, betoog, redactioneel commentaar, column
  • amuseren: column, gedicht, roman
  • activeren: uitnodiging, reclamefolder, advertentie, column

Slide 7 - Slide

Column
  • regelmatig verschijnende tekst in een tijdschrift, krant of vakblad. 
  • persoonlijke visie van (bekende) auteur op een actuele gebeurtenis of ontwikkeling
  • opiniërend, overtuigend, amuserend of activerend
  • bevat aanleiding voor schrijven en (tegendraadse) mening

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Uiteenzetting
  • om te informeren
  • objectieve uitleg, lijst van oplossingen voor een probleem of historisch overzicht
  • veel feiten (= objectief) en voorbeelden
  • hoofdgedachte is vaak een constatering (= de vaststelling van een feit of een verschijnsel)
  • voorbeeld: ‘Er worden steeds meer maatregelen bedacht om het gebruik van plastic tegen te gaan.’

Slide 10 - Slide

Betoog
  • om te overtuigen: schrijver wil dat jij als lezer zijn of haar mening overneemt
  • voor die mening gebruikt ze argumenten
  • soms weerlegt zij tegenargumenten van anderen om zijn eigen argumenten te versterken
  • hoofdgedachte is haar mening, bijv: "De allerrijksten moeten meer belasting betalen"

Slide 11 - Slide

Beschouwing
  •  om te opiniëren (de lezer moet zich een mening vormen)
  • schrijver geeft bijv. voor- én nadelen, verschillende meningen van experts, verschillende oplossingen voor een probleem en daarvan de voor- en nadelen
  • hoofdgedachte is daarom ook vaak genuanceerd geformuleerd
  • bijv: "Hoewel alles snel en efficiënt gaat in de maatschappij, is het de vraag of burgers meer vrijheid en vrije tijd ervaren"

Slide 12 - Slide

Tip: let op titel en laatste alinea om tekstsoort te bepalen!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link