Bs3- Assimilatie en dissimilatie deel 2

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Aerobe dissimilatie
Intensiteit van fotosynthese bepalen
Opdracht 27
Opslag van assimilatie producten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
Aerobe dissimilatie
Beperkende factor
Compensatiepunt
Assimilatieproducten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aerobe dissimilatie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Aerobe dissimilatie bestaat uit de glycolyse, citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering (zien binas). In deze processen wordt uit glucose en zuurstof, energie en CO2 gemaakt. 
Wat is het doel van dissimilatie?
A
Grotere moleculen afbreken tot kleinere
B
Grotere moleculen bouwen uit kleinere
C
Energie vrijmaken uit grote moleculen
D
Energie opslaan in grotere moleculen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer doet een plant aan aerobe dissimilatie?
A
Als er licht is
B
vanaf 12:00 uur 's middags
C
Altijd
D
Als het donker is

Slide 7 - Quiz

Een plant doet 24/7 aan dissimilatie, maar alleen als er licht is aan assimilatie. 
Overdag: fotosynthese + aerobe dissimilatie
's Nachts: dissimilatie

Slide 8 - Slide

Doordat de dissimilatie in een plant constant is, kunnen metingen daaraan gebruikt worden om af te leiden hoeveel een plant overdag aan fotosynthese doet. 
Intensiteit van fotosynthese

Slide 9 - Slide

Intensiteit van fotosynthese: de snelheid waarmee bij fotosynthese glucose gevormd wordt en zuurstof vrij komt. 
De intensiteit van fotosynthese kan met deze opstelling bepaald worden. 
Hierin worden continu metingen gedaan van onder andere de lichtintensiteit en het zuurstof gehalte. Omdat de plant is afgesloten van de lucht buiten de opstelling, weten we dat elke verandering in het zuurstofgehalte wordt veroorzaakt door de plant zelf. 
Op deze manier kan gemeten worden hoeveel zuurstof de plant 's nachts gebruikt, wat aangeeft hoe hoog de aerobe dissimilatie is. Door overdag te meten hoeveel zuurstof er wordt geproduceerd, kan de intensiteit van fotosynthese worden afgeleid. 

Slide 10 - Slide

In een grafiek zien die meetgegevens er ongeveer zo uit. Op de x-as de intensiteit van het licht, en op de y-as de hoeveelheid zuurstof afgifte. 
Wanneer er geen licht is, zie je dat de zuurstof afgifte negatief is, het snijpunt met de y-as geeft de hoeveelheid zuurstof dat gebruikt wordt in de aerobe dissimilatie. 

Punt P is het compensatiepunt, hier wordt er evenveel zuurstof verbruikt in de aerobe dissimilatie, als er wordt geproduceerd door de fotosynthese. 


Maak opdracht 27
timer
10:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bij welk punt ligt het compensatiepunt?

Wat houdt dit in?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is de beperkende factor tussen P en R?

Wat zou de beperkende factor tussen R en S kunnen zijn?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe loopt de grafiek voor de zuurstofproductie bij de fotosynthese?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Geef de intensiteit van de fotosynthese weer in een formule

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opslag van assimilatieproducten

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Er wordt overdag vaak meer glucose gemaakt dan een plant gebruikt. De glucose die over is kan op verschillende manieren worden opgeslagen, zoals in de vorm van suiker in de vruchten van een plant, in de vorm van zetmeel. De omzetting van glucose in grotere moleculen zoals zetmeel, noemen we de voortgezette assimilatie. 
Huiswerk
Opdracht 27 t/m 32

Slide 18 - Slide

This item has no instructions