Hst 8_les2_par 8.2_H4_beco

Hst 8_les2_par 8.2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hst 8_les2_par 8.2

Slide 1 - Slide

Agenda les
  • Uitleg par 8.2
  • Opdracht maken en bespreken
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Volgorde draagplicht: 
gezamenlijk inkomen, privé inkomen, gemeenschappelijk vermogen, privé vermogen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De hoofdregel is dat de vergoedingsplicht een deel van de waarde van het goed is op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 1
  • Karin en Peter kopen samen een woning voor €250.000,- voor €200.000,- gefinancierd door een hypotheek en voor €50.000,- door privé-vermogen van Peter.
Direct opeisbare vordering Peter op Karin bedraagt dan:
(50.000/250.000) x 100%= 20% 
(is onafhankelijk van prijsdalingen of stijgingen) 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 2 in stappen
  1. Joop en Joke kopen samen een woning voor €250.000,- voor €250.000,- gefinancierd door een hypotheek.
  2. Joop ontvangt een erfenis van €75.000,- en lost hiermee deel van de hypotheek af.
  3. De direct opeisbare vordering van Joop op Joke verdraagt dan 75.000/250.000 x 100%= 30%
  4. Stel ze gaan scheiden en huis wordt verkocht voor € 300.000,- en hiermee wordt de nog openstaande hypotheek
  5. Joop heeft recht op 30% (zie stap 3) van € 300.000,-= €90.000,- van de eventuele overwaarde.
  6. Als er nog overwaarde is na afrekenen van die € 90.000,-. Dan wordt de overwaarde 50%/50% verdeeld over Joop en Joke.
 

Slide 10 - Slide

Beleggingsleer
VOORBEELD BOEK BLZ 
BELEGGINGSLEER: delen in de waardedaling- of stijging van een goed.

Slide 11 - Slide

Opgave 8.6 maken
Hoe: zelfstandig en stil
evt fluisterend overleg met tweetal naast elkaar
Tijd: 5 minuten
Klaar: maak opgave 8.7

Slide 12 - Slide

Uitwerking opgave 8.3
  • a. er is een tekort van 40.000-20.000-15.000= 5.000
  • b. Meyra draagt bij 20.000 + 50% van 5.000= 22.500
  • c. Nick draagt bij 15.000+ 50% van 5.000= 17.500 

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 8.2
  • Maak opdracht 8.6 t/m 8.9
  • Kijk de opgaven van par 8.1 t/m 8.9 na

Slide 14 - Slide

Huiswerk
  • Lees paragraaf 8.1 en 8.2
  • Maak opdracht 8.1 t/m 8.9
  • Kijk de opgaven van par 8.1 t/m 8.9 na (antwoorden op de volgende dia's)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide